Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Van den Branden, Frans Jozef Peter
Geschiedenis der Antwerpsche schilderschool — Antwerpen, 1883

DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.20670#0488

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
476

Pepijns betrekkingen

gusti nus Bisschop ge wij d, en Sint Augustinus den
Zieke bijstaande; op de keerzijden in grauw : de Ar-
men tot Sint Augustinus gaande, en Sint Augustinus
Aalmoezen uitreikende. In ons museum hangen van
hem vier gewrochten : het groote paneel, de Doortocht
der Roode Zee (273), geteekend : MP inƒ. 1626; de Pre-
diking van Sint Lucas (274), en twee grauwschilderingen
(275 en 276). Onze Sint Pauluskerk bezit van Marten Pepijn
eene Heilige Familie, en in onze hoofdkerk prijkt van
hem een Sint Norbertus in aanbidding vóór het
H.Sacrament, geteekend 1637. In dit laatste gewrocht is de
meester afgeweken van zijn gewonen trant en werkwijze, om
nog meer verheven van opvatting, breeder van teekening, rijker
van kleur en malscher van penseeling te worden.

Pepijns bijval was aanzienlijk. De Liggeren van Sint
Lucasgilde toonen ons, dat hij, tusschen de jaren 1602 en
1626 acht leerlingen ontving. Naar zijne werken werden
kopijen gemaakt, en Peter de Bailliu graveerde zijn tafereel
Suzan na in het Bad. Marten Pepijn verkeerde in zoo
nauwe vriendschapsbetrekkingen met Rubens , dat dezes
vrouw een zijner kinderen over de doopvont hield. Antoon
van Dijck schatte Pepijn zoo hoog, dat hij zijn portret maalde
op meesterlijke wijze. '

1 Marten Pepijn bewaarde dit zijn afbeeldsel, een puikgewrocht van Antoon van Dijck,
gedurende zijn gansche leven. Het werd gegraveerd door Schelte van Bolswert. Na Pe-
pijns afsterven werd zijn portret de eigendom van den schilder-kunsthandelaar Jan Meys-
sens, die het'in 1659 verkocht aan den Brusselschen wijnkoopman Jan Hujoel. De Ant-
werpsche schilder Jozef Lamorlet wilde het dezen nieuwen eigenaar afkoopen, doch bood
er vruchteloos 250 gulden voor. In Juni 1666 werd het vermaard geworden portret, ten
huize van Jan Hujoel, inde Oudekleerkoopersstraat, openbaar geveild en aangekocht door
den te Brussel gevestigden heer Francisco Seigneurs. Later kwam het in bezit der Prin*
sen van Oranje. In 1850 werd het uit de galerij van wijlen Koning Willem II voor 4300 gul-
den verkocht aan den kunstschilder Steven Le Roy van Brussel, die het te Parijs deed veilen,
waar het de eigendom werd van den heer Ed. Kums onzer stad, die het thans nog bezit.
 
Annotationen