Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Van den Branden, Frans Jozef Peter
Geschiedenis der Antwerpsche schilderschool — Antwerpen, 1883

DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.20670#0615

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
David Rijckaert II

6o3

levendig verlicht. Toen David Rijckaert omstreeks 1607 in
zijn huis der Everdijstraat gestorven was, liet hij nog slechts
vijf kinderen na, waartusschen David, Marten en Pauwel, 1
die hij tot schilders vormde.

David Rijckaert II, dien wij in 1586 zagen geboren wor-
den, schilderde gansch in den trant zijns vaders. Ook van
hem bezit de heer van Lerius een werk : een en Groen sel-
verkooperswinkel, en in de pastorij van ons Begijnhof
bewaart men van denzelfden meester eenen Lacher
met Drinkschaal in de Hand. Cornelis de Bie 3 ver-
klaart, dat David II, dien hij « den oude » noemt, bergachtige
landschappen maalde; doch in de vroegere Antwerpsche ver-
zamelingen vonden wij op zijnen naam slechts « eene Mans-
en eene Vrouwentronie, op doek, benevens eene Mand
met Druiven en Vogelen en eene Rolbaan, naar
Adriaan de Brouwer geschilderd in i632. De tweede David
Rijckaert werd in 1608, als meesterszoon, vrijschilder van
Sint Lucas, en den 1911 Juli van dit zelfde jaar huwde hij
Katelijne de Meere, bij welke hij drie kinderen verwekte,
waarvan Catharina de echtgenoote van den beroemden
Gonzales Coques, en David Rijckaert III de vermaardste
schilder van zijn geslacht zou worden. Vader David Rijckaert
II moet in de kunst eenen zekeren rang hebben bekleed. An-
toon van Dijck maalde zijn afbeeldsel, dat thans nog in het
museum van Dresden prijkt. Hij is voorgesteld in eenen

1 Pauwel Rijckaert werd in 1619 vrijschilder en hij noemde zich ook ingenieur der
stad Antwerpen. Daar er echter geene zijner tafereelen gekend zijn, kunnen wij hem in
ons werk niet opnemen.

2 Waar wij de Bie aanhalen, doelen wij op Het Gvlden Cabinet van de edel vry-
schilder-const, inhovdende den lof van de vermaerste schilders, architecten, beldthou-
wers ende plaetsnyders van dese eevw, door Cornelis de Bie, notaris tot Lier, Antiverpen,
1661-1662.
 
Annotationen