Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Van den Branden, Frans Jozef Peter
Geschiedenis der Antwerpsche schilderschool — Antwerpen, 1883

DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.20670#0703

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
Zijn rampspoedig einde

691

van den Keurvorst Frederik V. Van daar toog hij, ten jare
1621, naar Parijs, waar hij door Louis XIII geadeld werd
voor de puike Landschappen, die hij voor het Hof maalde.
De uitstekende schilder was zeer hoogmoedig van karakter.
Men beweert dat hij voorgaf af te stammen van de gekende
rijke Fokkers van Antwerpen; doch zijne benijders noemden
hem den zoon van eenen wagenmaker. Fouquier zat met
den ridderlijken degen voor den schilderezel en arbeidde *
zeer weinig, uit vrees dat vlijtig werken hem vernederen
mocht. Daarvan kwam, dat zijne tafereeltjes zeer gezocht
waren en nu uitertst schaarsch zijn geworden. Berlijn,
Kopenhage, Valencijn, Grenoble en Nantes bezitten toch
nog elk éen zijner Landschappen. In laatstgemelde ver-
zameling is het doek geteekend : J. Focqnier f. A° 1620. De
Landschappen van den meester munten uit door beval-
ligheid, ja, dichterlijkheid van voorstelling, keurige teekening,
een prachtig doorzicht en frissche kleuren. De schepper
dier meesterstukjes had een noodlottig einde. Zijn ver-
waande hoogmoed maakte hem elkeen tot vijand. Hij kwam in
ongenade bij het Fransche Hof, verviel in ellende en werd
door zekeren schilder Sylvain opgenomen in het Faubourg
Saint Jacques, waar hij stierf omstreeks 1659. Zijn kunst-
genoot, de Antwerpsche schilder-plaatsnijder Mattheus van
Plattenberg, liet op zijne kosten den ongelukkigen Jacob Fou-
quier begraven in de kerk van Saint-Jacques du Haut-Pas.1

1 Edouard Fetis : Les Artistes beiges a l'étranger, t. 1, p. 335.
 
Annotationen