Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Van den Branden, Frans Jozef Peter
Geschiedenis der Antwerpsche schilderschool — Antwerpen, 1883

DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.20670#0712

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
700

Van Dijck vrijman verklaard

ende heel jonck sijnde. » Gewapend met de schriftelijke vol-
macht zijns vaders, die hem de regeling der familiezaken
toevertrouwde, vroeg hij ditmaal, de voogden ook te mogen
dwingen tot afrekenen met zijne broeders en zusters, en dit
werd hem insgelijks toegestaan. Den i5n Februari 1618 gaf
vader Frans van Dijck, aan den procureur Gornelis de
Brouwer, volmacht, « om te compareren in der Hooger
Vierscharen Ons Genadichs Heeren des Hertogen van
Brabant, ende aldaer, met alle solempmteyten, naer der sel-
ver Hooger Vierscharen recht, te emancipeeren ende vuyt
sijnen plichte ende broode te doene; soo hij emancipeert, doet
vuyt sijnen plichte ende broode, mits desen, Anthonis van
Dijck, sijnen sone, schilder, out xix jaren; tot dyen eynde
den selven bewijsende ende assignerende, mits desen, twee
oude grooten oft Brabantsche stuyvers op sijn huysinge
genaempt de Stadt van Gendt, gestaan in de Corte Nieuwstraet
alhier. » Daags daarna zien wij Antoon van Dijck in onze
Vierschaar onafhankelijk verklaren, en van dan af trad hij
als vrijman op binnen Antwerpen. Nu schilderde hij zijn
eigen portret, en achter op het paneel schreef hij zijnen
naam met de verklaring zich aldus te hebben afgebeeld in
1618 op negentienjarigen ouderdom. Hij stelde zich allereen-
voudigst voor, als een baardelooze knaap, met vriendelijken
oogslag, fijn gesneden en regelmatig gevormd gelaat, het
reeds ruime voorhoofd nog deels verborgen onder weelderige
half krullende haren, welke hem tot in den hals golf-
den. 1 Van Dijck, die, ofschoon nog zoo jong, reeds be-

1 Dit eerste portret van Antoon van Dijck ging in het midden der XVIID eeuw van
Antwerpen naar Dolen, waar het verloren schijnt. Echter werd het door Pauwel du Pont
gegraveerd en door Jan Meyssens uitgegeven in zijn werk : Images de divers hommes
 
Annotationen