Van den Branden, Frans Jozef Peter: Geschiedenis der Antwerpsche schilderschool (Antwerpen, 1883)

Mythologische gewrochten van Antoon van Dijck 717

Sint Jeronimus in een landschap, op doek . . . » 25o
« GaroLus Stuart, Coninck van Engelant en de

Coninginne,» twee stukken...... -.. » 1200

Sint Xaverius met Onze-Lieve-Vrouw, doek

op paneel...... . . . . . . . . « 800

Christus aan het Kruis, op doek . . . . . » 800

Sint Jeronimus, op doek........» 1000

Sint Sebastianus, groote doekschilderij . . . . » 1000
Eene Vrouw met een Kindje « presenterende

een paer hantschoenen, » op doek ...... 800

Van Dijck schilderde ook eenige prachtige gewrochten,

ontleend aan de fabelleer en de bijbelgeschiedenis, waarvan
nog heden worden bewaard te Weenen, in het Belvedère :
VenusbijVulcanus Wapens zoekende voor Aeneas,
en Simson en Delila; in het museum van Dresden : Jupiter
zich als gouden Regen stortende op Danaë; nabij
Londen, op het kasteel Hampton-Court : Cupido met
de Nymf ingesluimerd, en op het vorstelijk buiten-
goed het Loo bezat Prins Willem III destijds van meester
van Dijck de kostbare tafereelen : de Tijd die de Liefde
de Vleugels kort, Achilles onder de Maagden, de
Liefde met vier Beelden, en de School der Liefde,
te zamen verkocht voor 12,825 gulden.

Door het leveren van zoo vele kostbare tafereelen, werd
Antoon van Dijck spoedig een onzer meest gegoede burgers.
Toen de stad Antwerpen, bij koninklijk octrooi van 20 Maart
i63o, eene leening deed van 100,000 gulden, stortte de kunst-
schilder Antoon van Dijck daarbij 4800 gulden, welke hem
3oo gulden intrest opbrachten.

De jonge ophefmakende meester was toen aan het Hof