Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Van den Branden, Frans Jozef Peter
Geschiedenis der Antwerpsche schilderschool — Antwerpen, 1883

DOI Page / Citation link: 
https://doi.org/10.11588/diglit.20670#0732

DWork-Logo
Overview
Facsimile
0.5
1 cm
facsimile
Scroll
OCR fulltext
720

Marie de Medicis bij van Dijck

hebt, als mede mijn E, heere den Deken als d'ander heeren
Canonicken. UL. versoeckt, tot memorie, de schetse van't
voorschreven stuck, d'welcke ick aen UL. niet en wil
weygheren, hoe wel 't selve aen gheene andere en doen.
Hebbe tot dien eynde aen monsieur van Woonsel 't selve
ghesonden, opdat aen UL. ghesonden worde. Waer mede
eynde mij offerende naer vermoghen UL. te dienen, blijvende
neffens goetgunstighe groetenisse en wensch van lanck en
gheluckig leven,

Mijnheere,

UL. ootmoedighen dienaer,
Ant.° van Dijck.
Antwerpen, desen 2on Meye i63i. » 1

Ondertüsschen was onze meester ook nog voor Noord-
Nederland werkzaam geweest. Deni2n Februari 1631 stuurde
hij uit Antwerpen eene volmacht aan den schilder Lenaard van
Winde, in den Haag, om aldaar van Adriaan Rottemont be-
taling te vergen voor geleverde tafereelen. Op 10 Mei daarna
hield van Dijck, in onze Sint Joriskerk, als peter, een doch-
tertje van den beroemden plaatsnijder Lucas Emilius Vor-
sterman over de doopvont, en dit meisje ontving den naam
Antonia. In het overige van dit jaar moest onze meester
alweer verscheidene malen voor de Antwerpsche rechtbank
optreden, om voldoening te vorderen voor eene schilderij,
die Boudewijn van Eek hem bestelde. Nadat Frankrijks Ko-
ningin-Moeder, Marie de Medicis, op 4 Augustus i63i, door
onze Landvoogdes Isabella, te Antwerpen was ingeleid, be-
zocht zij niet enkel het paleis van Mijnheer Rubens, maar

1 Annales Belgiques des sciences, arts et littêratures, Gand, 1819, p. 394, en Bul. .
letin et Annales de VAcadémie cl'Archéologie de Belgique, Anvers, 1843, l. I, p.l40,
 
Annotationen