DOI Seite / Zitierlink:
https://doi.org/10.11588/diglit.20670#0753
Zijn uiterste wil
741
zou niet gehuiverd hebben bij het zien zijner matte oogen,
verzonken in de holle kaken van het beenderig wezen, dat op
den ontvleeschden hals over de ingevallen borst hins. Nau-
welijks was de kranke over de boorden der Theems gedra-
gen, of hij miste er bijna al. zijne kunstmakkers en adellijke
vrienden; die bij het losbarsten der omwenteling waren ge-
vlucht ; want reeds was het door hem gekonterfeite hoofd
vanzijnen machtigen beschermer, den Minister Lord Strafford,
voor de voeten des beuls gerold. Die verlatenheid en de on-
stuimige dagen, waarin de werkelooze kunstenaar nu leefde,
droegen veel bij om zijne geknakte gezondheid nog meer te
ondermijnen. Terwijl hij op het ziekbed lag, kwam zijne gade,
op 1 December 1641, in het kraam van eene dochter, welke
Justina Anna werd aeheeten. Drie daaen later verleed de kwij-
nende vader een testament in de Engeische taal. Hij noemde
zich Ridder Anthonio van Dijck, geboren te Antwerpen in
Brabant, en verklaarde, dat hij zwak van lichaam, doch ge-
zond van geest was. Zijne ziel vertrouwde hij aan God al-
machtig en zijn lichaam aan de kathedrale van Sint Paulus
te Londen. Ai zijn geld en goed, dat te Antwerpen berustte,
uitgezonderd twee wisselbrieven van 4000 pond sterlings, liet
hij aan zijne zuster Suzanna van Dijck, onder voorwaarde,
dat deze zijne jonge dochter, Maria Theresia van Dijck, zou
opvoeden. Aan zijne andere zuster, ïsabella van Dijck, maak-
te hij een jaarlijksch inkomen van 25o gulden. Al zijne ove-
rige goederen, zijne schilderijen, brieven en schriften, met al
wat de Koning van Engeland en andere personen hem schul-
dig waren, moest gelijk verdeeld worden tusschen zijne gade
en zijne wettige dochter, onlangs in Londen geboren. Aan den
arme der Sint Pauluskerk en aan den arme zijner parochie
741
zou niet gehuiverd hebben bij het zien zijner matte oogen,
verzonken in de holle kaken van het beenderig wezen, dat op
den ontvleeschden hals over de ingevallen borst hins. Nau-
welijks was de kranke over de boorden der Theems gedra-
gen, of hij miste er bijna al. zijne kunstmakkers en adellijke
vrienden; die bij het losbarsten der omwenteling waren ge-
vlucht ; want reeds was het door hem gekonterfeite hoofd
vanzijnen machtigen beschermer, den Minister Lord Strafford,
voor de voeten des beuls gerold. Die verlatenheid en de on-
stuimige dagen, waarin de werkelooze kunstenaar nu leefde,
droegen veel bij om zijne geknakte gezondheid nog meer te
ondermijnen. Terwijl hij op het ziekbed lag, kwam zijne gade,
op 1 December 1641, in het kraam van eene dochter, welke
Justina Anna werd aeheeten. Drie daaen later verleed de kwij-
nende vader een testament in de Engeische taal. Hij noemde
zich Ridder Anthonio van Dijck, geboren te Antwerpen in
Brabant, en verklaarde, dat hij zwak van lichaam, doch ge-
zond van geest was. Zijne ziel vertrouwde hij aan God al-
machtig en zijn lichaam aan de kathedrale van Sint Paulus
te Londen. Ai zijn geld en goed, dat te Antwerpen berustte,
uitgezonderd twee wisselbrieven van 4000 pond sterlings, liet
hij aan zijne zuster Suzanna van Dijck, onder voorwaarde,
dat deze zijne jonge dochter, Maria Theresia van Dijck, zou
opvoeden. Aan zijne andere zuster, ïsabella van Dijck, maak-
te hij een jaarlijksch inkomen van 25o gulden. Al zijne ove-
rige goederen, zijne schilderijen, brieven en schriften, met al
wat de Koning van Engeland en andere personen hem schul-
dig waren, moest gelijk verdeeld worden tusschen zijne gade
en zijne wettige dochter, onlangs in Londen geboren. Aan den
arme der Sint Pauluskerk en aan den arme zijner parochie