DOI Seite / Zitierlink:
https://doi.org/10.11588/diglit.20670#0758
746
Van Dijcks bastaarddochter
Mary Stepney, welke als novicen te Hoogstraten in het
klooster der Theresianen traden.
De bastaarddochter van Antoon van Dijck gaf geen blijk
van kunstbegaafdheid. Zij huwde omstreeks 1641 Gabriël Es-
sers, Drossaart van Bouchout, en vestigde zich te Lier,
waar op 16 Februari 1642 haar eerste kind ten doop werd
gebracht in Sint Gummaruskerk. Nog zes andere kinderen
sproten uit hunnen echt. Drie der zonen werden gemeente-
secretarissen en de vierde priester; doch geen van allen beoe-
fende de kunst. In het begin van 1679 vestigde zich de familie
Essers-van Dijck te Antwerpen, waar de vader het volgende
jaar door eene beroerte met lam-, stom-en kindschheid werd
geslagen. Hij was van die verschrikkelijke kwaal nog niet
hersteld, toen de beklagenswaardige Maria Theresiavan Dijck
in 1686 weduwe werd. Zij stierf na 1697.
Van Dijcks bastaarddochter
Mary Stepney, welke als novicen te Hoogstraten in het
klooster der Theresianen traden.
De bastaarddochter van Antoon van Dijck gaf geen blijk
van kunstbegaafdheid. Zij huwde omstreeks 1641 Gabriël Es-
sers, Drossaart van Bouchout, en vestigde zich te Lier,
waar op 16 Februari 1642 haar eerste kind ten doop werd
gebracht in Sint Gummaruskerk. Nog zes andere kinderen
sproten uit hunnen echt. Drie der zonen werden gemeente-
secretarissen en de vierde priester; doch geen van allen beoe-
fende de kunst. In het begin van 1679 vestigde zich de familie
Essers-van Dijck te Antwerpen, waar de vader het volgende
jaar door eene beroerte met lam-, stom-en kindschheid werd
geslagen. Hij was van die verschrikkelijke kwaal nog niet
hersteld, toen de beklagenswaardige Maria Theresiavan Dijck
in 1686 weduwe werd. Zij stierf na 1697.