DOI Seite / Zitierlink:
https://doi.org/10.11588/diglit.20670#0765
Zijne tafereelen
753
lid der Schilders-Kamer werd, bleek het uit zijne werken,
dat zijn derde meester van invloed op hem was. Wanneer
Rubens, twee jaren later, in ons midden terugkwam, volgde
Teniers andermaal dezes wenken zoo getrouw, dat zijne stijve
teekening losser, zijne schrale en harde kleuren malscher en
krachtiger werden, terwijl zijne samenstellingen eigenaardiger
ontworpen en zijne figuren eenvoudiger getoetst waren. Enkele
malen schilderde David Teniers kerktafereelen, als : Christus
in het Hofken van O li veten, en de Zeven Werken
van Barmhartigheid, beidein onze Sint Pauluskerk, en
de Gedaanteverandering des Heeren, inde hoofd-
kerk van Dendermonde. In dit vak mangelde het hem echter
aan verheffing, terwijl in uitgebreide gewrochten zijn koloriet
zwak en weinig harmonisch voorkomt. Zijne Landschap-
pen met mythologische figuurtjes, welke in de museums
van Weenen, Dresden en Sint Petersburg worden aange-
troffen, zijn ook maar hard van teekening en dof of schraal
van kleur. Oneindig verdienstelijker blijven zijne andere ka-
merpaneeltjes, waarin hij ons eigen volksleven of zijne fan-
tastische droombeelden voorstelt, gelijk zijne Boerenkermis
en Vlaamsche Bleekerij, te Dresden; zijn Dorpsfeest,
te Turijn; zijn Alchimist en Geneesheer, te Florentië;
zijne Verzoeking van Sint Antonius, te Berlijn ; de
Sabbat en de Aankomst van den Slechten Rijke
in de Hel, te Rijsel; en de Verzoeking van Sint An-
tonius, te Duinkerke. Deze gewrochten zijner tweede en
derde werkwijze maalde hij in warmen gulden of zachtgrijzen
toon, en zijne koddige en natuurlijke stoflage is los getoetst en
levendig verlicht.
David Teniers I werkte zoo vlijtig als verscheiden, en
48
753
lid der Schilders-Kamer werd, bleek het uit zijne werken,
dat zijn derde meester van invloed op hem was. Wanneer
Rubens, twee jaren later, in ons midden terugkwam, volgde
Teniers andermaal dezes wenken zoo getrouw, dat zijne stijve
teekening losser, zijne schrale en harde kleuren malscher en
krachtiger werden, terwijl zijne samenstellingen eigenaardiger
ontworpen en zijne figuren eenvoudiger getoetst waren. Enkele
malen schilderde David Teniers kerktafereelen, als : Christus
in het Hofken van O li veten, en de Zeven Werken
van Barmhartigheid, beidein onze Sint Pauluskerk, en
de Gedaanteverandering des Heeren, inde hoofd-
kerk van Dendermonde. In dit vak mangelde het hem echter
aan verheffing, terwijl in uitgebreide gewrochten zijn koloriet
zwak en weinig harmonisch voorkomt. Zijne Landschap-
pen met mythologische figuurtjes, welke in de museums
van Weenen, Dresden en Sint Petersburg worden aange-
troffen, zijn ook maar hard van teekening en dof of schraal
van kleur. Oneindig verdienstelijker blijven zijne andere ka-
merpaneeltjes, waarin hij ons eigen volksleven of zijne fan-
tastische droombeelden voorstelt, gelijk zijne Boerenkermis
en Vlaamsche Bleekerij, te Dresden; zijn Dorpsfeest,
te Turijn; zijn Alchimist en Geneesheer, te Florentië;
zijne Verzoeking van Sint Antonius, te Berlijn ; de
Sabbat en de Aankomst van den Slechten Rijke
in de Hel, te Rijsel; en de Verzoeking van Sint An-
tonius, te Duinkerke. Deze gewrochten zijner tweede en
derde werkwijze maalde hij in warmen gulden of zachtgrijzen
toon, en zijne koddige en natuurlijke stoflage is los getoetst en
levendig verlicht.
David Teniers I werkte zoo vlijtig als verscheiden, en
48