88o
Geeraard Zegers
jonge Geeraard van die verschrikkelijke plaag. In 1604 werd
hij als leerling op den liggere der Sint Lucasgilde ingeschreven.
Bij wien hij in de leer ging staat niet geboekt. Men wil,
dat het bij Abraham Janssens moet geweest zijn. Dit is
zeer aannemelijk, daar deze meester een trouwe bezoeker
van « den Robijn » was, en er op i5 September 1609,
bij het overlijden van den wijntavenier Jan Zegers, nog
voor 77 gulden 6 stuivers in het krijt stond. Uit den
staat van het sterfhuis van Geeraards vader blijkt ook, dat
onze leerling in bezit' kwam van een boek met Italiaansche
printen, welke Peter de Jode leverde voor 60 gulden. Bij den
aanvang van 1609 werd de achttienjarige schilder vrijmeester
van Sint Lucas. Na op i5 Januari 1610 de verdeeling der
nagelatene goederen zijns vaders te hebben bijgewoond, toog
hij naar Italië. Te Rome bestudeerde hij vooral de werken
van Caravaggio en van diens leerling Manfredi. Daarna begaf
hij zich, met eene aanbeveling van den Kardinaal Zapata,
Spaanschen gezant te Rome, naar het Hof van Madrid, waar
de Koning hem goed onthaalde. Onze schilder maalde aldaar
onderscheidene tafereelen, welke Philips III zoo zeer bevielen,
dat hij Zegers jaren lang aan het Hof hield met eene aanzien-
lijke wedde. Geeraard Zegers verklaarde zelf in een vertoog
aan het Antwerpsen Magistraat « hoe dat hij, om sijne conste
van schilderen, die behaeghelijck is geweest in de oogen van
Sijne Majesteyt van Spagniën, alsoock van Sijne Doorluchtighe
Hoocheden, saliger memorie, Albertus ende Isabella, van de
selve vereert is met diversche titels, preëminentiën ende be-
neficiën, sulex dat hij is ende ghehouden moet worden als Do-
mesticq van Sijne Hoocheyt. » De Koning had den jongen
kunstenaar langer willen te Madrid houden, doch onze Ant-
Geeraard Zegers
jonge Geeraard van die verschrikkelijke plaag. In 1604 werd
hij als leerling op den liggere der Sint Lucasgilde ingeschreven.
Bij wien hij in de leer ging staat niet geboekt. Men wil,
dat het bij Abraham Janssens moet geweest zijn. Dit is
zeer aannemelijk, daar deze meester een trouwe bezoeker
van « den Robijn » was, en er op i5 September 1609,
bij het overlijden van den wijntavenier Jan Zegers, nog
voor 77 gulden 6 stuivers in het krijt stond. Uit den
staat van het sterfhuis van Geeraards vader blijkt ook, dat
onze leerling in bezit' kwam van een boek met Italiaansche
printen, welke Peter de Jode leverde voor 60 gulden. Bij den
aanvang van 1609 werd de achttienjarige schilder vrijmeester
van Sint Lucas. Na op i5 Januari 1610 de verdeeling der
nagelatene goederen zijns vaders te hebben bijgewoond, toog
hij naar Italië. Te Rome bestudeerde hij vooral de werken
van Caravaggio en van diens leerling Manfredi. Daarna begaf
hij zich, met eene aanbeveling van den Kardinaal Zapata,
Spaanschen gezant te Rome, naar het Hof van Madrid, waar
de Koning hem goed onthaalde. Onze schilder maalde aldaar
onderscheidene tafereelen, welke Philips III zoo zeer bevielen,
dat hij Zegers jaren lang aan het Hof hield met eene aanzien-
lijke wedde. Geeraard Zegers verklaarde zelf in een vertoog
aan het Antwerpsen Magistraat « hoe dat hij, om sijne conste
van schilderen, die behaeghelijck is geweest in de oogen van
Sijne Majesteyt van Spagniën, alsoock van Sijne Doorluchtighe
Hoocheden, saliger memorie, Albertus ende Isabella, van de
selve vereert is met diversche titels, preëminentiën ende be-
neficiën, sulex dat hij is ende ghehouden moet worden als Do-
mesticq van Sijne Hoocheyt. » De Koning had den jongen
kunstenaar langer willen te Madrid houden, doch onze Ant-