Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Hinweis: Your session has expired. A new one has started.
Metadaten

Van den Branden, Frans Jozef Peter
Geschiedenis der Antwerpsche schilderschool — Antwerpen, 1883

DOI Page / Citation link: 
https://doi.org/10.11588/diglit.20670#1019

DWork-Logo
Overview
loading ...
Facsimile
0.5
1 cm
facsimile
Scroll
OCR fulltext
Vijandelijkheden tegen David Teniers II 1007

Terriërs, schilder en Ayuda de camara van Hare Hoogheden,
verscheyde schoone en de rare schilderijen, soo van Italiaen-
sche ende Nederlandsche, als andere, van verscheyde
experte meesters ; mitsgaders differente stucken van sijn
handt, als differente copijen, ende eenige geretoquede copijen.
Die daer gaedinge toe heeft, ofte luste om de selve te sien,
magh komen tegen over de eerste Jode-Trappen, bij de
Isabellestraet, tot Brussel. »

Dit plakkaat deden de Brusselsche schilders afscheuren,
en bij het Magistraat bewerkten zij de vernietiging van het
gebod van 10 Juni 1664, dat Teniers toeliet openbare ver-
koopingen van schilderijen te houden. Tevens daagden zij
den gevierden kunstenaar andermaal voor den Raad van
Brabant, onder voorwendsel dat hij, in strijd met de be-
staande verordeningen, veilingen van schilderijen hield, nu
eens om met zijne kinderen te kunnen deelen, en dan weer
uit oorzaak van vertrek, terwijl dergelijke verkoopingen
slechts bij sterfgeval werden geduld. Teniers bracht daar
tegen in, dat zijne aangekondigde veiling gewettigd was,
doordien zijne kinderen hem in rechte vervolgden om hunne
moederlijke erfenis te bekomen. Daarbij voegde zijn verde-
diger, dat de Brusselsche schilders geene reden van klagen
hadden tegen Teniers, aangezien het alleen ter bewondering
zijner tafereelen was, dat de vreemdelingen naar Brussel
werden gelokt, en er aldus de kunst deden bloeien. Ook de
Raad van Brabant was van die meening en besloot tot een
minnelijk verdrag tusschen partijen. 1

Het geschil tusschen vader Teniers en zijne hebzuch-

1 L. Galesloot : Un proces entre David Teniers et la corporation des peintres,
batteurs d'ör et vitriers de Bruxelles, in de Messager des sciences hïstoriques, Gand,
1868, p. 263.
 
Annotationen