XXXI
Zedenschilders der xviïe eeuw
6
fschovon Teniers, evenals de Brouwer, altoos
vele navolgers telde, zoo bleven er in onze
stad toch nog kunstenaars, die de zeden-
' schildering op eigenaardige wijze behandelden. Chrïstofïel
Jacob van der Lamen, bij voorbeeld, maalde geene
v ■
boeren of volkstypen, maar wel rijkopgesmukte, behaag-
zieke jonkerkens en modejuffertjes, die hij in prachtig
gestoffeerde zalen liet bewonderen. ChristofFel Jacob van der
Lamen was zoon van den schilder Jacob van der Lamen en
van Anna Lemmens, en moet omstreeks 1615 geboren zijn.
Hij leerde het schilderen bij zijnen vader, en in 1636 werd
onze jonge kunstenaar, als meesterszoon, vrijschilder onzer
Sint Lucasgilde. Het volgende jaar ontving hij reeds eenen
veelbelovenden leerling in Jeroom Janssens. Onze van der
Lamen, die overigens maar eenen korten levensloop had,
moet niet bijzonder vlijtig hebben gewerkt, aangezien zijne
tafereelen altoos schaarsch zijn geweest. In ons land kennen
64
Zedenschilders der xviïe eeuw
6
fschovon Teniers, evenals de Brouwer, altoos
vele navolgers telde, zoo bleven er in onze
stad toch nog kunstenaars, die de zeden-
' schildering op eigenaardige wijze behandelden. Chrïstofïel
Jacob van der Lamen, bij voorbeeld, maalde geene
v ■
boeren of volkstypen, maar wel rijkopgesmukte, behaag-
zieke jonkerkens en modejuffertjes, die hij in prachtig
gestoffeerde zalen liet bewonderen. ChristofFel Jacob van der
Lamen was zoon van den schilder Jacob van der Lamen en
van Anna Lemmens, en moet omstreeks 1615 geboren zijn.
Hij leerde het schilderen bij zijnen vader, en in 1636 werd
onze jonge kunstenaar, als meesterszoon, vrijschilder onzer
Sint Lucasgilde. Het volgende jaar ontving hij reeds eenen
veelbelovenden leerling in Jeroom Janssens. Onze van der
Lamen, die overigens maar eenen korten levensloop had,
moet niet bijzonder vlijtig hebben gewerkt, aangezien zijne
tafereelen altoos schaarsch zijn geweest. In ons land kennen
64