Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Van den Branden, Frans Jozef Peter
Geschiedenis der Antwerpsche schilderschool — Antwerpen, 1883

DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.20670#1040

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
1028

Ferdinand van Apshoven II

werkhuis zijn vaders ; doch men wil dat hij ook lessen van
Teniers ontving. Wanneer zijn vader den 8n November 1654
op zijn doodsbed lag, bevond Ferdinand zich in het
buitenland. In de lente van 1657 was hij terug in Antwer-
pen, waar hij toen, als kunsthandelaar, bij de Schilders-
Kamer kwam. Hij maalde alsdan zoo volkomen in de
manier van zijnen laatstgemelden meester, dat vele zijner
werken op diens naam zijn gebracht. Trouwens, men kent
van hem nog alleen, te Rotterdam : een Boerenbinnen-
huis, waardig van Teniers, en te Antwerpen bij den heer
Theodoor van Lerius : eene Boerenherberg.

Met den aanvang der maand October 1662 aanvaardde
onze kunstenaar Melchior de Gra, voor vier jaren, als leerling,
tegen 3 ponden i5 schellingen in het jaar; doch al wat de
kweekeling ondertusschen voortbracht bleef eigendom van
den meester. Den 20n Januari 1637 nam Ferdinand van Aps-
hoven II Josina van Overstraten tot vrouw, en zij verwekten
twee zonen en drie dochters. Ook hij was kapitein der burger-
wacht, en wel van i3 December 1664 tot 8 Augustus 1679.
Den 311 April 1694 werd hij in Sinte Walburgiskerk begraven.

De familie de Bie leverde insgelijks verscheidene schil-
ders ; doch tot nog toe kunnen wij maar van éenen meester
van dien naam werken aanduiden. Hij noemde zich Erasm de
Bie en werd den 20n December 1629 in onze Sinte Wal-
burgiskerk gedoopt. Zijn vader, Frans de Bie, was insge-
lijks schilder. Toen deze op 8 Mei 1671 stierf, liet hij,
benevens een aanzienlijk vermogen, eene verzameling van
schilderijen na, waaronder eene Sint Antonius-Tentatie
en twee paneelen met Dieren van onzen Erasm de Bie. De
jonge kunstenaar ging ten jare 1641 in de leer bij David
Rijckaert III, om vijf jaar later vrijmeester te worden. Zijne
 
Annotationen