Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Hinweis: Ihre bisherige Sitzung ist abgelaufen. Sie arbeiten in einer neuen Sitzung weiter.
Metadaten

Van den Branden, Frans Jozef Peter
Geschiedenis der Antwerpsche schilderschool — Antwerpen, 1883

DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.20670#1097

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
Jan Fijt

io85

1647 maakte hij een testament, en daarna belastte of verkocht
hij zijne eigendommen. Den 5n October i652 lag de beproefde
kunstenaar krank te bed, terwijl hij zijnen uitersten wil deed
kennen. Van geld of eigendommen kon er niet veel spraak
meer zijn; maar hij noemde zijne geliefde gade toch tot zijne
erfgename en voogdes zijner kinderen, welke zij behoorlijk
moest opvoeden, en lezen, schrijven en een kunstvak of am-
bacht laten leeren. Na dien laatsten vaderplicht te hebben vol-
bracht, stierf Adriaan van Utrecht, beweend door zijne talrijke
kinderen en hunne troostelooze moeder. Toen de wedmve,
tusschen 8 December 1656 en 10 Januari daarna insgelijks
was gestorven, bevonden de voogden harer dertien weezen,
dat de lasten van het sterfhuis de baten met 4000 gulden
overtroffen en zij wezen den boedel van der hand.

Over Jan Fijt is weinig geschreven en in dat weinige is
er nog luttel waars. Men heeft hem den 1911 Augustus 1609
in Antwerpens Sint Jacobskerk doen gedoopt worden, als
zoon van Jan Fijt en Catharina Lijssensens ; maar het toen
gedoopte kind heeft nooit het penseel behandeld. Jan Fijt, de
kunstschilder, getuigde zelve voor ons Magistraat, dat hij
zoon was van Peter Fijt en Esther de Meere. Die Peter Fijt
was een Sint-Nicolazenaar, welke op 28 Mei 1610, als
kousenmaker, poorter van Antwerpen werd. Den 3in Ja-
nuari 1610, trad hij binnen onze hoofdkerk in den echt met
Esther de Meere, en hun eerste kind was onze eens zoo ver-
maarde schilder Jan Fijt, die in het huis Sint Jan, nummer
3g op de Oude Korenmarkt, ter wereld kwam en den i5n
Maart 1611 in onze hoofdkerk werd ten doop gedragen.

Vader Fijt maakte voorspoedige zaken. Van kousenmaker,
die hij was, werd hij een geacht winkelier 111 het huis Sint
 
Annotationen