Jan Baptist Boel
Blanckaert. Uit dien echt sproten drie zonen, waarvan er
twee het schilderen leerden, benevens eene dochter. Den i3n
October 1668 zien wij onzen kunstenaar voor het laatst te
Antwerpen optreden. Korts daarna vestigde hij zich met zijn
gezin te Parijs, waar hij met veel onderscheiding in de Gobe-
lins werkzaam was. Hij overleed aldaar op 3 September
1674. Des anderen morgends werd hij binnen de Sint Hypo-
lituskerk begraven, in tegenwoordigheid zijnerkunstvrienden,
den Brusselschen veldslagschilder Adam Frans van der
Meuien, en den Parijschen plaatsnijder Jean Morin.
De oudste zoon des afgestorvenen, Jan Baptist Boel,
die in i65o ter wereld kwam, was vóór het overlijden zijns
vaders van Parijs naar Antwerpen wedergekeerd. Den 411
Mei 167D huwde hij in onze hoofdkerk Maria Catharma
Immenraet, dochter van den landschapschilder Philips
Augustijn Immenraet. Deze achttienjarige bruid schonk haren
echtgenoot drie zonen en evenzoovele dochters. In ditzelfde
jaar 1675 was Jan Baptist Boel als meesterszoon vrijschilder
van Sint Lucasgilde geworden, terwijl hij de doodschuld
zijns vaders kwam voldoen. Om van allen dienst der Gilde
bevrijd te blijven, maalde hij in 1680, ter versiering der
Schilders-Kamer, het uitgestrekt, fraai geteekend en puik ge-
kleurd tafereel : Dood Gevogelte met Bloemen en
Prachtvoorwerpen, dat nog in ons museum is uitgestald.
Den 1411 September 1687 lag Jan Baptist Boel, evenals zijne
gade, ziek te bed, in hun huis der Otto Veniusstraat. De talent-
volle schilders Jeroom Janssens en Peter Gijsels, stonden de
kranken ter zijde voor het opstellen van hun testament.
Maria Catharina Immenraet stierf weinige uren na het teeke-
nen van haren uitersten wil, en wTerd twee dagen later in
Blanckaert. Uit dien echt sproten drie zonen, waarvan er
twee het schilderen leerden, benevens eene dochter. Den i3n
October 1668 zien wij onzen kunstenaar voor het laatst te
Antwerpen optreden. Korts daarna vestigde hij zich met zijn
gezin te Parijs, waar hij met veel onderscheiding in de Gobe-
lins werkzaam was. Hij overleed aldaar op 3 September
1674. Des anderen morgends werd hij binnen de Sint Hypo-
lituskerk begraven, in tegenwoordigheid zijnerkunstvrienden,
den Brusselschen veldslagschilder Adam Frans van der
Meuien, en den Parijschen plaatsnijder Jean Morin.
De oudste zoon des afgestorvenen, Jan Baptist Boel,
die in i65o ter wereld kwam, was vóór het overlijden zijns
vaders van Parijs naar Antwerpen wedergekeerd. Den 411
Mei 167D huwde hij in onze hoofdkerk Maria Catharma
Immenraet, dochter van den landschapschilder Philips
Augustijn Immenraet. Deze achttienjarige bruid schonk haren
echtgenoot drie zonen en evenzoovele dochters. In ditzelfde
jaar 1675 was Jan Baptist Boel als meesterszoon vrijschilder
van Sint Lucasgilde geworden, terwijl hij de doodschuld
zijns vaders kwam voldoen. Om van allen dienst der Gilde
bevrijd te blijven, maalde hij in 1680, ter versiering der
Schilders-Kamer, het uitgestrekt, fraai geteekend en puik ge-
kleurd tafereel : Dood Gevogelte met Bloemen en
Prachtvoorwerpen, dat nog in ons museum is uitgestald.
Den 1411 September 1687 lag Jan Baptist Boel, evenals zijne
gade, ziek te bed, in hun huis der Otto Veniusstraat. De talent-
volle schilders Jeroom Janssens en Peter Gijsels, stonden de
kranken ter zijde voor het opstellen van hun testament.
Maria Catharina Immenraet stierf weinige uren na het teeke-
nen van haren uitersten wil, en wTerd twee dagen later in