Jer oom van Kassei
Sint Michielsabdij begraven. Haar weduwenaar bleef nog
meer dan een jaar op het ziekbed zuchten. Hij overleed eerst
op 9 Januari 1689.
Zijn broeder, Balthazar Lucas Boel, die, volgens zijne
eigene verklaring, ten jare 1657 is geboren en in 1677 vrij-
meester onzer Gilde werd, verwierf den titel van « stadtsconst-
schilder ; » doch hij bepaalde zich met in 1695 en 1696 eene
nieuwe sloep en eenige haringvaantjes, en in 1698 en 1699
eenige vorstelijke wapens te schilderen. Hij stierf ten jare 1703.
De familie van Kessel leverde insgelijks eenige uieren-
schilders. De oudste onder deze, Je room van Kessel, werd
den 6n October 1578 in Antwerpens hoofdkerk gedoopt als
zoon van den lijnwaadverkooper Jan van Kessel en van
Mart ha Boerens. Hij begaf zich ten jare 1594 ter kunststudie
bij den schilder Cornelis Floris. Zoodra Jeroom volwassen
en volleerd was, toog hij naar den vreemde. Van omstreeks
1606 leverde hij stalen van zijn talent in verschillige steden
van Duitschland. Zelfs gelukte hij er in schilder en guns-
teling van den Aartshertog Maximiliaan van Oostenrijk te
worden. Na jaren bij dezen Prins werkzaam te zijn geweest,
keerde Jeroom van Kessel terug naar Antwerpen. Maximi-
liaan schreef bij die gelegenheid zijnen broeder, den Aartsher-
tog Albert, eenen aanbevelingsbrief voor onzen schilder, en
verzocht, hem zekere vrijdommen te laten genieten. Onze
Landvoogd voldeed aan dit verzoek bij een schrijven uit
Brussel van 29 Juli 1616. 1
De begunstigde kunstenaar werd te Antwerpen mede-
werker van den beroemden Fluweelen Breughel, in wiens
landschappen Jeroom van Kessel dikwijls dieren en vogels
1 Alex. Pinchart : Arcluves des Arts, Qand, 1863, lom. p. 324.
Sint Michielsabdij begraven. Haar weduwenaar bleef nog
meer dan een jaar op het ziekbed zuchten. Hij overleed eerst
op 9 Januari 1689.
Zijn broeder, Balthazar Lucas Boel, die, volgens zijne
eigene verklaring, ten jare 1657 is geboren en in 1677 vrij-
meester onzer Gilde werd, verwierf den titel van « stadtsconst-
schilder ; » doch hij bepaalde zich met in 1695 en 1696 eene
nieuwe sloep en eenige haringvaantjes, en in 1698 en 1699
eenige vorstelijke wapens te schilderen. Hij stierf ten jare 1703.
De familie van Kessel leverde insgelijks eenige uieren-
schilders. De oudste onder deze, Je room van Kessel, werd
den 6n October 1578 in Antwerpens hoofdkerk gedoopt als
zoon van den lijnwaadverkooper Jan van Kessel en van
Mart ha Boerens. Hij begaf zich ten jare 1594 ter kunststudie
bij den schilder Cornelis Floris. Zoodra Jeroom volwassen
en volleerd was, toog hij naar den vreemde. Van omstreeks
1606 leverde hij stalen van zijn talent in verschillige steden
van Duitschland. Zelfs gelukte hij er in schilder en guns-
teling van den Aartshertog Maximiliaan van Oostenrijk te
worden. Na jaren bij dezen Prins werkzaam te zijn geweest,
keerde Jeroom van Kessel terug naar Antwerpen. Maximi-
liaan schreef bij die gelegenheid zijnen broeder, den Aartsher-
tog Albert, eenen aanbevelingsbrief voor onzen schilder, en
verzocht, hem zekere vrijdommen te laten genieten. Onze
Landvoogd voldeed aan dit verzoek bij een schrijven uit
Brussel van 29 Juli 1616. 1
De begunstigde kunstenaar werd te Antwerpen mede-
werker van den beroemden Fluweelen Breughel, in wiens
landschappen Jeroom van Kessel dikwijls dieren en vogels
1 Alex. Pinchart : Arcluves des Arts, Qand, 1863, lom. p. 324.