DOI Seite / Zitierlink:
https://doi.org/10.11588/diglit.20670#1136
1 124
buitenland, om nooit meer weder te keeren. Het recht
voor het buitenpoorterschap van Theodoor Aenvanck,
werd jaarlijks van den i6n Maart 1686 tot den ign April 1690
door den voogd zijner stiefkinderen voldaan. De afwezige
moet derhalve in of omstreeks het einde van laatstgemeld
jaar gestorven zijn.
Niemand vermeldde ooit Jan van Buken als een meester
der Antwerpsche School, en niettemin bestaan er nog van zijne
werken, welke getuigen dat hij bijdroeg tot onzen kunstroem.
Den 1011 Maart 1635 werd hij in de herberg « de Pladijswei »
thans de Paardenwei, nummer 8 op de Lombaardevest,
geboren, als zoon van Ambrosius en van Maria Tetelroy.
De Deken der Sint Lucasgilde vergat aan te teekenen bij wel-
ken meester onze knaap zijne kunststudiën deed ; maar ten jare
1658 werd hij op den Liggereals vrijschilderingeschreven onder
den naam van Jan van Beucken. Echter teekende hij nooit
anders dan « van Buken. \> Zoo bezit het museum van Stock-
holm van hem een Stilleven: Marktplaats in de Stad
waar men Visch en Groenten vent, geteekend :
J. v. Bvken. In het museum van Schwerin bevindt zich
insgelijks een J. van 'Bvken Jec. geteekend Stilleven, dat
de heer Doctor Friedrich Schlie, bewaarder van de kunst-
verzameling des Groothertogen van Mecklenburg, beschrijft
als volgt : « Keukengerief : Verschillig gereedgesneden
vleesch op schotels en borden, een gepluimde vette haan,
een omgevallen korf met wortelen en rapen, een koperen
mortier met stamper en een groote koperen ketel, vormen
eene samenstelling op eenen steenen keukenhaard. »"
Na zijne aanvaarding als meester bezocht Jan van Buken'
Italië ; doch hij keerde spoedig in zijne geboortestad terug.
buitenland, om nooit meer weder te keeren. Het recht
voor het buitenpoorterschap van Theodoor Aenvanck,
werd jaarlijks van den i6n Maart 1686 tot den ign April 1690
door den voogd zijner stiefkinderen voldaan. De afwezige
moet derhalve in of omstreeks het einde van laatstgemeld
jaar gestorven zijn.
Niemand vermeldde ooit Jan van Buken als een meester
der Antwerpsche School, en niettemin bestaan er nog van zijne
werken, welke getuigen dat hij bijdroeg tot onzen kunstroem.
Den 1011 Maart 1635 werd hij in de herberg « de Pladijswei »
thans de Paardenwei, nummer 8 op de Lombaardevest,
geboren, als zoon van Ambrosius en van Maria Tetelroy.
De Deken der Sint Lucasgilde vergat aan te teekenen bij wel-
ken meester onze knaap zijne kunststudiën deed ; maar ten jare
1658 werd hij op den Liggereals vrijschilderingeschreven onder
den naam van Jan van Beucken. Echter teekende hij nooit
anders dan « van Buken. \> Zoo bezit het museum van Stock-
holm van hem een Stilleven: Marktplaats in de Stad
waar men Visch en Groenten vent, geteekend :
J. v. Bvken. In het museum van Schwerin bevindt zich
insgelijks een J. van 'Bvken Jec. geteekend Stilleven, dat
de heer Doctor Friedrich Schlie, bewaarder van de kunst-
verzameling des Groothertogen van Mecklenburg, beschrijft
als volgt : « Keukengerief : Verschillig gereedgesneden
vleesch op schotels en borden, een gepluimde vette haan,
een omgevallen korf met wortelen en rapen, een koperen
mortier met stamper en een groote koperen ketel, vormen
eene samenstelling op eenen steenen keukenhaard. »"
Na zijne aanvaarding als meester bezocht Jan van Buken'
Italië ; doch hij keerde spoedig in zijne geboortestad terug.