Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Van den Branden, Frans Jozef Peter
Geschiedenis der Antwerpsche schilderschool — Antwerpen, 1883

DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.20670#0489

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
Catharina Pepijn

477

Marlen Pepijn trad op 1 December 1601, binnen onze
hoofdkerk, in den echt met Maria Huybrechts.1 Zijn huwelijk
werd gezegend met vijf kinderen: Willem, Adriaan, Marten,
Martha en Catharina. Uit hunne doopakten blijkt, dat de
ouders opvolgentlijk in de parochiën vart Sint Jacob, Sint
Andries en Onze-Lieve-Vrouwen gevestigd waren. Van voor
1626 tot het einde zijns levens bewoonde Marten Pepijn een
huurhuis der Katelijnevest. Zijne reeds genoemde jongste
dochter, Catharina, geboren den i3n Februari 1619, beoefende
het vak haars vaders. Op 1 Januari 1634 werd zij als « wijn-
meesteresse, » dat is kunstenaarsdochter, in Sint Lucasgilde
aanvaard. Zij behandelde inzonderheid het portret. In de abdij
van Tongerloo bestaan er nog twee paneelen van hare hand.
Beide hingen voorheen in het Antwerpsch Sint Michiels-
klooster, waarvan zij elk eenen abt voorstellen. Het atbeeldsel
van Joannes Chrysostomus van der Sterre is getee-
kend : Catharina Pepijn f. a° i65j ; onder dat van Nor-
bertus van Couwerven staat : Catharina Pepijn f.' Een
harer broeders werd insgelijks als schilder opgeleid. In het
sterfhuis van den kunsthandelaar Herman de Neyt, die op 8
September 1642 overleed, vonden wij « een Cruysken
gemaect door den zoon van Pepijn die overleden is. »

Vader Marten Pepijn beleefde ziekelijke oude dagen. Hij
was voogd genoemd geweest over twee zijner neven, die sinds
jaren spoorloos waren verdwenen. Op 1 Augustus 1635
smeekte hij bij ons Magistraat, om van dit voogdschap ont-
slagen te worden, « midts sijnen ouderdom van lxii jaeren

1 Th. van Lerius : Abraham Janssens, Marten Pepyn, en de schryvers der levens
van de Nederlandsche kunstschilders (in het Album der St. Lukasgilde, blz. 37,)
Antwerpen, 1855.

2 Th. van Lerius : Album der Sint Lucasgilde, blz. 56.
 
Annotationen