DOI Seite / Zitierlink:
https://doi.org/10.11588/diglit.20670#1161
Jan Baptist Bosschaert
1149
door onzen de Crepu. Dezelfde schrijver-schilder verhaalt, dat
de geprezen kunstenaar van Waalsche afkomst was, dat hij
bij het Spaansche leger dienst nam en opklom tot den graad
van Luitenant. Zijne neiging voor het schilderen was zoo
sterk, dat hij, bij gebrek aan gepremuurd doek, zijne veldtent
met bloemen bemaalde. Na zijn veertigste jaar verliet de
Crepu den krijgsdienst. Hij vestigde zich te Antwerpen, waar
hij den 3in December 1682 binnen de hoofdkerk in den echt
trad met Maria Anna Pauli, dochter van den miniatuurschilder
Andries Pauli. Hun huwelijk werd gezegend met eenen zoon,
Balthazar Jozef, en eene dochter, Maria Anna.
Bij den aanvang van het jaar 1685 werd Jan Baptist de
Crepu ingelijfd bij onze Schilders-Kamer. Dit geschiedde, toen
hij, op 8 Februari 1685, Jan Baptist Bosschaert als leerling
voor zeven jaren in zijn huis nam. Den 5n September 168-5
opende meester de Crepu ook zijn werkhuis voor Philips
Simon Hardime , zoon van den Antwerpschen arbeider
Simon Hardime. Deze kweekei ing zou gedurende vier jaren
het onderricht des meesters genieten. Eer echter die tijd ten
volle was verstreken, stak Jan Baptist de Crepu onder de
aarde ; want zijne gade verklaarde zich voor ons Magistraat
reeds weduwe op 17 Juni 1689.
De zoo even vermelde Jan Baptist Bosschaert werd den
1711 December 1667 in onze hoofdkerk gedoopt, als zoon van
den bakker-schilder Jan Baptist Bosschaert en van diens
tweede gade Joanna de Bie, zuster van den zedenschilder
Erasm de Bie, wiens echtgenoote onzen toekomstigen schilder
over de vont hield. Reeds in zijne kinderjaren verloor
Jan Baptist zijnen vader. Dit had voor gevolg, dat zijne,
opvoeding zeer verwaarloosd werd. De jongen genoot geen
1149
door onzen de Crepu. Dezelfde schrijver-schilder verhaalt, dat
de geprezen kunstenaar van Waalsche afkomst was, dat hij
bij het Spaansche leger dienst nam en opklom tot den graad
van Luitenant. Zijne neiging voor het schilderen was zoo
sterk, dat hij, bij gebrek aan gepremuurd doek, zijne veldtent
met bloemen bemaalde. Na zijn veertigste jaar verliet de
Crepu den krijgsdienst. Hij vestigde zich te Antwerpen, waar
hij den 3in December 1682 binnen de hoofdkerk in den echt
trad met Maria Anna Pauli, dochter van den miniatuurschilder
Andries Pauli. Hun huwelijk werd gezegend met eenen zoon,
Balthazar Jozef, en eene dochter, Maria Anna.
Bij den aanvang van het jaar 1685 werd Jan Baptist de
Crepu ingelijfd bij onze Schilders-Kamer. Dit geschiedde, toen
hij, op 8 Februari 1685, Jan Baptist Bosschaert als leerling
voor zeven jaren in zijn huis nam. Den 5n September 168-5
opende meester de Crepu ook zijn werkhuis voor Philips
Simon Hardime , zoon van den Antwerpschen arbeider
Simon Hardime. Deze kweekei ing zou gedurende vier jaren
het onderricht des meesters genieten. Eer echter die tijd ten
volle was verstreken, stak Jan Baptist de Crepu onder de
aarde ; want zijne gade verklaarde zich voor ons Magistraat
reeds weduwe op 17 Juni 1689.
De zoo even vermelde Jan Baptist Bosschaert werd den
1711 December 1667 in onze hoofdkerk gedoopt, als zoon van
den bakker-schilder Jan Baptist Bosschaert en van diens
tweede gade Joanna de Bie, zuster van den zedenschilder
Erasm de Bie, wiens echtgenoote onzen toekomstigen schilder
over de vont hield. Reeds in zijne kinderjaren verloor
Jan Baptist zijnen vader. Dit had voor gevolg, dat zijne,
opvoeding zeer verwaarloosd werd. De jongen genoot geen