Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Van den Branden, Frans Jozef Peter
Geschiedenis der Antwerpsche schilderschool — Antwerpen, 1883

DOI Seite / Zitierlink:
https://doi.org/10.11588/diglit.20670#1227

DWork-Logo
Überblick
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
Marien Jo^ef Geeraerts

1215

Marten Jozef Geeraerts, 1 die op 7 April 1707 in onze
hoofdkerk over de doopvont werd geheven, was insgelijks
een waardige volgeling van den Hollandschen grauw-
schilder. De vader van onzen Marten was een juwelier, die
zijnen zoon voor opvolger in zijnen handel bestemde. Toen
echter de knaap zestien jaren telde, had zijn aanleg voor de
teekenkunst zich reeds zoo sterk geuit, dat men wel genood-
zaakt was hem ter studie te doen. Hij koos tot meester
« Abraham Godijn, Zijner Keyserlijcke ende Catholijcke
Majesteyts Caemerschilder, * van wien er, helaas! nu geene
werken meer gekend zijn. Maar eerst in 1731 werd de
vier en twintig-jarige Geeraerts vrijmeester der Sint Lucas-
gilde, en dan verliepen er nog ettelijke jaren, alvorens hij
naam verwierf. Op 's meesters palet zag het er ook bleek uit.
De eenige tonen, waarin hij de penseelen doopte, waren het
grijze en het lichtbruine, maar daarmee werkte hij toch
op meesterlijke wijze. Ons museum bezit een der beste
grauwschilderingen, welke Geeraerts voortbracht. Zij is ge-
titeld : de Schoone Kunsten, en toont zinnebeeldig de
Schilder-, Beeldhouw- en Doorzichtkunde. In de lucht ver-
schijnt een genius gewapend met den bliksem, om de twee-
dracht te verdrijven. De schilder schonk dit gewrocht op
20 December 1760 aan de Academie, waar het in de zaal der
leeraars werd te pronk gesteld. Geeraerts was een der
bijzonderste begunstigers onzer Academie. Toen de Sint
Lucasgilde in 1741 het onderwijs dier instelling uit nood had
moeten opschorsen, was hij met vijf zijner kunstmakkers
opgetreden, om kosteloos het kunstonderricht en het bestuur
der Academie op zich te nemen.

Catalogue du Musée d'Anvers.
 
Annotationen