DOI Seite / Zitierlink:
https://doi.org/10.11588/diglit.20670#0282
Willem Key van schrik gestorven
conterfeiten, en zonder eenen prijs te stellen, kreeg hij voor
dit werk 40 Rijksdaalders. Ook de beruchte Hertog van
Alva wilde door den vermaarden portretschilder afgebeeld
worden. Hij ontbood den Antwerpschen Meester naar Brussel,
plaatste zich voor hem in den zetel en beval hem aan het
werk te gaan, terwijl hij zijne staatkundige bezigheden zou
voortzetten. De schilder gehoorzaamde zwijgend; hij sidderde
tegenover den beroemden IJzeren Hertog. De gelaatskundige
portretmaler las in de trekken des bloeddorstigen Landvoogds
zoo veel afschuwelijks, dat een doodsangst hem bekroop. Dan,
terwijl hij dit schrikverwekkend hoofd op het paneel over-
bracht, trad er een lid in van den Bloedraad. De Hertog
meende ten onrechte, dat onze schilder geen Spaansch ver-
stond, en in die taal uitte hij zijnen onwrikbaren wil, dat de
hoofden der Graven van Egmond en Hoorn op het schavot
zouden vallen. Dit ijselijk doodvonnis, uit Alva's mond zeiven
vernomen, trof onzen Key zoo diep, dat hij ziek viel en het
bestierf, op 5 Juni 1568, juist toen Egmond en Hoorn het
hoofd werd afgehouwen.' Ten jare 1572 werd het portret van
Willem Key uitgegeven, naast hem staat zijn schilderezel, en
daarop een paneel, bevattende de borstbeeltenis van den ge-
vreesden Hertog van Alva.
Een neef en leerling van Willem Key heeft ons een paar
prachtige tafereelen nagelaten, welke in ons museum hangen
onder de nummers 228 en 229. Het zijn twee luiken eener al-
taartafel, waarvan het middenstuk, Christus aan het Kruis
1 De weduwe van onzen schilder was op 3 Januari 1571 al herhuwd met Marten
Peeters ; doch in Augustus 1579 overleed zij reeds, evenals hare jongste dochter, « vande
gave desHeeren » (cle haastige of besmettelijke zieke), na van eenen Predicant een laatste
woord van troostte hebben ontvangen. Zie den staat der nagelatene goederen van Joanna
Reyns in de Weeskamer der stad Antwerpen,, 1580, Maart, nummer 24.
conterfeiten, en zonder eenen prijs te stellen, kreeg hij voor
dit werk 40 Rijksdaalders. Ook de beruchte Hertog van
Alva wilde door den vermaarden portretschilder afgebeeld
worden. Hij ontbood den Antwerpschen Meester naar Brussel,
plaatste zich voor hem in den zetel en beval hem aan het
werk te gaan, terwijl hij zijne staatkundige bezigheden zou
voortzetten. De schilder gehoorzaamde zwijgend; hij sidderde
tegenover den beroemden IJzeren Hertog. De gelaatskundige
portretmaler las in de trekken des bloeddorstigen Landvoogds
zoo veel afschuwelijks, dat een doodsangst hem bekroop. Dan,
terwijl hij dit schrikverwekkend hoofd op het paneel over-
bracht, trad er een lid in van den Bloedraad. De Hertog
meende ten onrechte, dat onze schilder geen Spaansch ver-
stond, en in die taal uitte hij zijnen onwrikbaren wil, dat de
hoofden der Graven van Egmond en Hoorn op het schavot
zouden vallen. Dit ijselijk doodvonnis, uit Alva's mond zeiven
vernomen, trof onzen Key zoo diep, dat hij ziek viel en het
bestierf, op 5 Juni 1568, juist toen Egmond en Hoorn het
hoofd werd afgehouwen.' Ten jare 1572 werd het portret van
Willem Key uitgegeven, naast hem staat zijn schilderezel, en
daarop een paneel, bevattende de borstbeeltenis van den ge-
vreesden Hertog van Alva.
Een neef en leerling van Willem Key heeft ons een paar
prachtige tafereelen nagelaten, welke in ons museum hangen
onder de nummers 228 en 229. Het zijn twee luiken eener al-
taartafel, waarvan het middenstuk, Christus aan het Kruis
1 De weduwe van onzen schilder was op 3 Januari 1571 al herhuwd met Marten
Peeters ; doch in Augustus 1579 overleed zij reeds, evenals hare jongste dochter, « vande
gave desHeeren » (cle haastige of besmettelijke zieke), na van eenen Predicant een laatste
woord van troostte hebben ontvangen. Zie den staat der nagelatene goederen van Joanna
Reyns in de Weeskamer der stad Antwerpen,, 1580, Maart, nummer 24.