Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Van den Branden, Frans Jozef Peter
Geschiedenis der Antwerpsche schilderschool — Antwerpen, 1883

DOI Page / Citation link: 
https://doi.org/10.11588/diglit.20670#0467

DWork-Logo
Overview
Facsimile
0.5
1 cm
facsimile
Scroll
OCR fulltext
Jan Brenghel II

455

Haar schoonzoon, Jeroom van Kessel, werd afgevaardigd om
haar in die Waalsche stad ter aarde te bestellen. Hij betaalde
daarvoor 366 gulden. Wanneer hij, na het vervullen dier
heilige plicht, in Antwerpen was wedergekeerd, werden de
meubelen der overledene in haar huis « den Bock » ge-
veild, en zij brachten niet min dan 5907 gulden en 2 stuivers
op. 1

Jan Breughel de Jonge, was een zoo behendig schilder,
dat zijne tafereelen altoos gehouden zijn geweest voor puik-
gewrochten zijns vaders. ' Zooals wij het reeds zegden, werd
hij in onze stad geboren den i3n September 1601. Wie zijn
meester is geweest, behoort niet meer verklaard te worden.
Toen de Fluweelen Breughel stierf, bevond zijn zoon zich
echter sedert een drietal jaren in Italië, waar hij geruimen
tijd met zijnen boezemvriend en kunstmakker, Antoon van
Dijck, in nauwe betrekking stond. De jonge Jan Breughel ver-
bleef ook te Genua, bij zijnen neef, den Antwerpschen schilder
Lucas de Wael, en te Milaan bij den Aartsbisschop Borromeo.
Bij het bericht der dood zijns vaders wilde hij naar Antwerpen
wederkeeren ; doch eene hevige koorts hield hem te Turijn,
gedurende zestien dagen, bedlegerig. Hersteld van zijne
ziekte, begaf hij zich op weg naar het vaderland, langs
Frankrijk. Te Parijs ontmoette hij den' Antwerpschen schil-
derijkoopman, Peter Goetkint, die toen naar Antwerpen werd
ontboden, omdat zijne vrouw in barensnood verkeerde.
Het verwachte kind was juist op 25 Augustus geboren, toen
Jan Breughel, met zijnen reisgezel, in onze stad aankwam.

1 Protocollen van den notaris Hendrik van Gantelbeck, de Jonge : Staten en Reke-
ningen, 1629-31.

2 Th. van Lerius : Calalogue du Musée d'Anvers.
 
Annotationen