Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Van den Branden, Frans Jozef Peter
Geschiedenis der Antwerpsche schilderschool — Antwerpen, 1883

DOI Page / Citation link:
https://doi.org/10.11588/diglit.20670#0756

DWork-Logo
Overview
Facsimile
0.5
1 cm
facsimile
Scroll
OCR fulltext
744 Eene schilderij van Justina van Dijck

dige echtverbintenis; maar nu had ze het jonge paar toch nog
zoo gaarne op het begijnhof, in haar huisje « den Berg van
Calvariën » welkom geheeten, en daartoe werden nieuwe
pogingen aangewend. In den zomer van 1660 kwamen neef en
nicht met hunne dienstmeid van Londen naar de Scheldestad,
waar zij weken vertoefden. In dien tnsschentijd werd Stepney
en zijne gade, ja, zelfs hunne meid, door de christelijke tante
overgehaald, om de Anglicaansche kerk, waartoe zij behoor-
den, af te zweren en den Roomsch-Katholieken godsdienst
te omhelzen. Den 1911 Augustus 1660 werden alle drie in onze
Sint Jacobskerk gedoopt, terwijl John Baptist Stepney en
Justina van Dijck er zich meteenen door den pastoor lieten
hertrouwen. 1 De dochter van den grootsten der portret-
schilders gaf, te dier gelegenheid, hare tante een blijk van
godsdienstigheid en kunstbegaafdheid tevens; want van dan af
prijkte in het huisje « den Berg van Calvariën,» « eene 11 Godt,
geschildert op doeck, met vier Engelen ontfangende het
Heylich Blo et, olieverve, geschildert bij vrouwe Justina
van Dijck, huysvrouwe van den heere Jan Baptista Stepney." -
Cornehs de Bie moet dit of nog andere gewrochten onzer
schilderes hebben bewonderd ; want in zijn Gulden Cabinet
zegt hij :

a In Brabandt roemt de Faem oock op de fraey verstanden
Van 't teere Vrouwenvolck die haeren gheest verpanden
Aen d'aenghenaem Pinseel, daer s'in ervaren sijn ; »

1 Deze doop- en trouwakten zijn ons welwillend medegedeeld door den lieer
Th. van Lerius.

- In haar testament maakte tante Suzanna van Dijck dit tafereel aan hare mede-
begijn Maria de Hondt, die zij tot uitvoerster van haren laatsten wil benoemde. Haren
broeder Waltmanus van Dijck, pastoor tot Minderhout, schonk zij « haer buffetstuck »
wezende een Mariabeeld met het Kindeken Jezus en twee Engelen.
 
Annotationen