Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Van den Branden, Frans Jozef Peter
Geschiedenis der Antwerpsche schilderschool — Antwerpen, 1883

DOI Seite / Zitierlink:
https://doi.org/10.11588/diglit.20670#1002

DWork-Logo
Überblick
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
990 Teniers' betrekking met Rubens

eenen jaarlijkschen intrest van 400 gulden gaven. Daarbij
schonk zij nog in het huishouden de afbeeldsels harer groot-
ouders : denViezen Peter Breughel en zijne Gade met
hunne twee Kinderen, door Rubens op éen paneel
gemaald, benevens een tafereel en vele teekeningen haars
vaders. Den 22" dierzelfde maand werd het bevallig
echtpaar voor den altaar der Sint Jacobskerk verbonden.
De getuigen hunner wederzijdsche trouwbeloften waren
nogmaals de oude David Teniers, de groote Rubens en de
edelman van Hal male.

Waar de vereenigde geliefden zich na hun huwelijk
vestigden, is niet gekend. Op den 28° Januari 1639 huurden
zij, voor eenen termijn van vier jaren en tegen 180 gulden
'sjaars, het huis «Sint Hendrik, » nummer 34 in de Everdij-
straat. Den 23n October 1642 kwam Teniers' gade in bezit van
haar ouderlijk huis, de Meerminne, nummer 107 der Lange
Nieuwstraat. Na zich het volgende jaar aldaar te hebben
gevestigd, maalde de vlugste en vruchtbaarste onzer schilders
eene menigte der kunstjuweeltjes, welke zijnen naam de
onsterfelijkheid deden verwerven.

Door zijn huwelijk met Anna Breughel kwam David
Teniers in nauwe, ja, vriendschappelijke betrekking met haren
voogd, Peter Pauwel Rubens. Toen de eersteling van onzen
zedenschilder op 10 Juli 1638 in Sint Jacobskerk, David werd
gedoopt, was hij over de vont geheven door den ouden David
Teniers en Helena Fourment, de tweede gade des Opper-
meesters. Dat was een opentlijk blijk van vriendschappelijke
genegenheid van wege den grooten Rubens, hetwelk Teniers
niet weinig verhief in de hoogschatting zijner stadgenooten.
Heel Antwerpen waardeerde toen ook reeds zijn schilderstalent.
 
Annotationen