Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 3.1901-1902

DOI Heft:
Nr. 1 en 2
DOI Artikel:
Verslagen van Vereenigingen
DOI Artikel:
Berden, J. W. H.: De Stichting van het Kasteel te Muiden
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.17409#0028

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
20

meer dan vorige jaren, uitbreiding. — Op de wereldtentoonstelling
te Parijs werd veel gekocht. Uit het verslag mag men opmaken, dat
zulks met takt geschiedde, en dat men poogt zooveel mogelijk alle
nieuwe industrieën, alle technische verbeteringen door degelijke voor-
werpen te laten zien.

Het bestuur wordt steeds bereid gevonden ook andere gemeenten
van de verzamelde schatten te laten profiteeren, door desgevraagd
op tentoonstellingen enkele stukken of seriën in te zenden. Ook
door de boekerij en de plaat-verzameling wordt, dank zij deze
liberale opvatting, veel nut gesticht. Wij lezen met genoegen dat de
kring van belangstellenden zich steeds uitgebreidt en dat van H.H.
Directeuren en Leeraren van Gymnasia, Hoogere Burgerscholen,
inrichtingen voor ambacht- en teekenonderwijs en andere onderwijs-
inrichtingen verschillende aanvragen werden ontvangen. »Het is zeker
»een verblijdend verschijnsel,» lezen wij verder, »dat in de kringen van
»het Middelbaar Onderwijs de wenschelijkheid wordt gevoeld om het
»kunstonderwijs, meer dan tot nog toe het geval was, op den voor-
grond te stellen ; hiervan zullen de beste resultaten voor de toekomst
»kunnen worden verwacht».

Oude Monumenten.

De Stichting van het Kasteel te Muiden.

Wanneer wij onze aandacht vestigen op een oud en eerbied-
waardig kasteel, als het Muiderslot, dringt zich al spoedig de vraag
op: Door wien, en wanneer werd dit kasteel gebouwd?

Raadpleegt men verschillende geschiedschrijvers over deze vragen,
dan ontvangt men ook verschillende antwoorden. Zoekt men de ge-
schiedkundige bronnen zeiven op, dan vindt men onvoldoende en
duistere mededcelingen.

In 1285 verklaart Gijsbrecht IV van Amstel het slot aan Graaf
Floris V af te staan, en de Rijmkronijk van Melis Stoke, een tijd-
genoot van Floris, bericht dat deze het slot kocht, en deed maken.
Moet men hieruit afleiden dat hij ter plaatse van het gekochte slot
een nieuw deed maken?

Het wil mij voorkomen dat de onzekerheid waarin de geschied-
schrijvers ons laten, verbeterd kan worden, door de gegevens welke
 
Annotationen