DOI Heft:
Nr. 6
DOI Artikel:Heyligers, J.: De St. Rochuskapel te Amersfoort
DOI Artikel:Mulder, Adolph: Het te voorschijn gebrachte grafgesteente in de Lieve Vrouwe-of Groote kerk te Breda
DOI Seite / Zitierlink: https://doi.org/10.11588/diglit.17409#0280
274
terug; toen werd besloten het daarvoor reeds gekochte hout weder
te verkoopen.
In 1620 (Resolutieboek) besloot men, dat de klok van de Rochus
Kapel zou worden «vermangelt op die groote of wijte van 70 duim,"
en dat een torentje zoude gemaakt worden »met schaelen gedekt." De
gespecificeerde rekening der kosten bedraagt ƒ 240—10—16. De re-
kening van 1640/1 vermeldt het plaatsen van een nieuw weerhaantje,
het Resolutieboek een besluit van 23 februari 1722, om het torentje
op het kerkhof met leien te vernieuwen, haan en appel te vergulden.
De herstellingen schijnen zich dus bepaald te hebben tot het klokke-
torentje, omdat dit nog dienst kon doen voor de omwonenden.
Maar de kapel was reeds in 1591 aan hare bestemming onttrokken
en aangewezen voor bergplaats. Toen waren ook uitgestorven de
Celzusters, die als verpleegsters in 1547 waren ontvangen »in die
Habitatiehuysinge ende getimmerte, staande in de Pot naast dat
Pestilentiehuys", en die ook het gebruik hadden van de kapel en het
kerkhof.
Als bergplaats van brandstoffen, zooals tegenwoordig, deed de
kapel reeds dienst in 1657, toen op Maandag IQ October, zooals het
Resolutieboek »tot een memorie voor alle naecomende Regenten"
verhaalt, j>de Coninxstraet ten meeste deele ja op weynige huysen
nae geheel affgebrand is." >Hoe genadigh en barmhartigh Godt over
syne armen heeft geweest", en »de Goodtshuyse en deses borger
Pesthuyskens .... merckeliken door die hand desselven bewaert"
zijn, blijkt wel hieruit, »dat deselve in 't minste nyet en syn bescha-
dight, bovendeen oock dat het vuyr soo feil vloech over 't groote
Pesthuys ende de Capelle, wyens veynsteren alleen met trailje veer-
kentjes versien warén, en vol hout, rijs ende eenige turf was, allmede
sonder daerop gehecht te hebben."
Het onderhoud, dat aan dit monument van geschiedenis en
kunst sinds vele jaren ten deel valt, is, helaas 1 berekend op zijne
bestemming als bergplaats van brandstoffen. De vensters werden
dichtgemetseld, het licht valt door het open dak. Evenwel het lekt
er niet door, en de muren houden nog wel!
Mr. J. Heyligers.
Het te voorschijn gebrachte grafgesteente in de Lieve Vrouwe-
of Groote kerk te Breda.
Onder de schoonste kerken in den lande, die bovendien nog
talrijke en kostbare gedenkteekenen binnen hare muren besloten
houden, bekleedt de Lieve Vrouwe kerk te Breda eene voorname
plaats. Alvorens tot het onderwerp van onze verhandeling over te
gaan, zij het ons vergund dit kerkgebouw in het kort te beschrijven,
terug; toen werd besloten het daarvoor reeds gekochte hout weder
te verkoopen.
In 1620 (Resolutieboek) besloot men, dat de klok van de Rochus
Kapel zou worden «vermangelt op die groote of wijte van 70 duim,"
en dat een torentje zoude gemaakt worden »met schaelen gedekt." De
gespecificeerde rekening der kosten bedraagt ƒ 240—10—16. De re-
kening van 1640/1 vermeldt het plaatsen van een nieuw weerhaantje,
het Resolutieboek een besluit van 23 februari 1722, om het torentje
op het kerkhof met leien te vernieuwen, haan en appel te vergulden.
De herstellingen schijnen zich dus bepaald te hebben tot het klokke-
torentje, omdat dit nog dienst kon doen voor de omwonenden.
Maar de kapel was reeds in 1591 aan hare bestemming onttrokken
en aangewezen voor bergplaats. Toen waren ook uitgestorven de
Celzusters, die als verpleegsters in 1547 waren ontvangen »in die
Habitatiehuysinge ende getimmerte, staande in de Pot naast dat
Pestilentiehuys", en die ook het gebruik hadden van de kapel en het
kerkhof.
Als bergplaats van brandstoffen, zooals tegenwoordig, deed de
kapel reeds dienst in 1657, toen op Maandag IQ October, zooals het
Resolutieboek »tot een memorie voor alle naecomende Regenten"
verhaalt, j>de Coninxstraet ten meeste deele ja op weynige huysen
nae geheel affgebrand is." >Hoe genadigh en barmhartigh Godt over
syne armen heeft geweest", en »de Goodtshuyse en deses borger
Pesthuyskens .... merckeliken door die hand desselven bewaert"
zijn, blijkt wel hieruit, »dat deselve in 't minste nyet en syn bescha-
dight, bovendeen oock dat het vuyr soo feil vloech over 't groote
Pesthuys ende de Capelle, wyens veynsteren alleen met trailje veer-
kentjes versien warén, en vol hout, rijs ende eenige turf was, allmede
sonder daerop gehecht te hebben."
Het onderhoud, dat aan dit monument van geschiedenis en
kunst sinds vele jaren ten deel valt, is, helaas 1 berekend op zijne
bestemming als bergplaats van brandstoffen. De vensters werden
dichtgemetseld, het licht valt door het open dak. Evenwel het lekt
er niet door, en de muren houden nog wel!
Mr. J. Heyligers.
Het te voorschijn gebrachte grafgesteente in de Lieve Vrouwe-
of Groote kerk te Breda.
Onder de schoonste kerken in den lande, die bovendien nog
talrijke en kostbare gedenkteekenen binnen hare muren besloten
houden, bekleedt de Lieve Vrouwe kerk te Breda eene voorname
plaats. Alvorens tot het onderwerp van onze verhandeling over te
gaan, zij het ons vergund dit kerkgebouw in het kort te beschrijven,