DOI Heft:
Nr. 4
DOI Artikel:Kalf, Jan: De Textiele kunst in het Nederlandsch Museum, [4]
DOI Artikel:Rijksmuseum van Oudheden in Leiden - Mauritshuis - Mauritshuis - Dordrechts Museum - Het Stedelijk Museum de Lakenthal in Leiden Museum Boymans - De Oudheidkamer te Tiel - Stedelijk Museum te Utrecht
DOI Seite / Zitierlink: https://doi.org/10.11588/diglit.17409#0145
137
Vatikana (Reg. 280) sagt: »ad distinguendum (confessores non ponti-
fices) a confessoribus pontificibus."
Intusschen blijkt deze opmerking van Braun toch niet zóó vér-
strekkend als ik mij haar voorstelde en het is dus voorzichtig mijn
aangehaald zinnetje te wijzigen en te zeggen: »De kleur van dit
kasuifel bewijst dat het gediend heeft op de dagen, welke aan
geen mysterie of Heilige of boete gewijd zijn, of, misschien, op
Belijdersdagen."
J. K.
Rijksmuseum van Oudheden te Leiden.
De N. R. Ct. van 28 Februari 1902, II. A. bevat het volgend
bericht van Dr. W. Pleyte :
Hoogst belangrijk zijn de mededeelingen, die ik ontving
van den heer Bijleveld, landbouw-consulent voor Goedereede en
Overflakkee.
Bij omzettingen van grond in Ouddorp vond hij twee fraaie
Frankische potten en twee kleine grovere Germaansche. Zijn deze
voorwerpen op zich zelf al belangrijk, doordat er zoo weinig uit
die streek voor den dag kwam, het belangrijkste daarbij is zeker
wel het gedeelte van een maliënkolder.
Dit voorwerp bestaat uit een netwerk van fijne koperen rin-
getjes, dat waarschijnlijk met die zijde het lichaam dekte. Aan den
buitenkant zijn deze ringetjes gedekt door kleine vierkante plaatjes,
zeer fijn bewerkt, zoodat de heer Bijleveld ze loovertjes noemt.
Deze schijnen verguld geweest te zijn.
Naar de overige voorwerpen te oordeelen, zou men moeten
besluiten, dat deze maliënkolder uit den vroeg-Frankischen tijd, het
Merovingische tijdperk, afkomstig was. Voor mij althans is het
geheel nieuw en ik herinner mij niet iets dergelijks in andere musea
gezien te hebben.
Mauritshuis.
Sedert de laatste opgave valt te vermelden, dat het door
Dr. Corn. Hofstede de Groot in den loop van het vorige jaar in
bruikleen gegeven winterlandschap, gemerkt A. V. S. lóoj (zie Bulletin,
3de jaargang, blz. 13), door genoemden heer aan het Museum ten
geschenke is gegeven.
Voorts gaf Dr. Bredius aan het Museum in bruikleen een
schilderij door Jan Steen, voorstellende een dorpskermis, en een
groot stilleven door A. van Beijeren, dat verleden jaar te Alkmaar
Vatikana (Reg. 280) sagt: »ad distinguendum (confessores non ponti-
fices) a confessoribus pontificibus."
Intusschen blijkt deze opmerking van Braun toch niet zóó vér-
strekkend als ik mij haar voorstelde en het is dus voorzichtig mijn
aangehaald zinnetje te wijzigen en te zeggen: »De kleur van dit
kasuifel bewijst dat het gediend heeft op de dagen, welke aan
geen mysterie of Heilige of boete gewijd zijn, of, misschien, op
Belijdersdagen."
J. K.
Rijksmuseum van Oudheden te Leiden.
De N. R. Ct. van 28 Februari 1902, II. A. bevat het volgend
bericht van Dr. W. Pleyte :
Hoogst belangrijk zijn de mededeelingen, die ik ontving
van den heer Bijleveld, landbouw-consulent voor Goedereede en
Overflakkee.
Bij omzettingen van grond in Ouddorp vond hij twee fraaie
Frankische potten en twee kleine grovere Germaansche. Zijn deze
voorwerpen op zich zelf al belangrijk, doordat er zoo weinig uit
die streek voor den dag kwam, het belangrijkste daarbij is zeker
wel het gedeelte van een maliënkolder.
Dit voorwerp bestaat uit een netwerk van fijne koperen rin-
getjes, dat waarschijnlijk met die zijde het lichaam dekte. Aan den
buitenkant zijn deze ringetjes gedekt door kleine vierkante plaatjes,
zeer fijn bewerkt, zoodat de heer Bijleveld ze loovertjes noemt.
Deze schijnen verguld geweest te zijn.
Naar de overige voorwerpen te oordeelen, zou men moeten
besluiten, dat deze maliënkolder uit den vroeg-Frankischen tijd, het
Merovingische tijdperk, afkomstig was. Voor mij althans is het
geheel nieuw en ik herinner mij niet iets dergelijks in andere musea
gezien te hebben.
Mauritshuis.
Sedert de laatste opgave valt te vermelden, dat het door
Dr. Corn. Hofstede de Groot in den loop van het vorige jaar in
bruikleen gegeven winterlandschap, gemerkt A. V. S. lóoj (zie Bulletin,
3de jaargang, blz. 13), door genoemden heer aan het Museum ten
geschenke is gegeven.
Voorts gaf Dr. Bredius aan het Museum in bruikleen een
schilderij door Jan Steen, voorstellende een dorpskermis, en een
groot stilleven door A. van Beijeren, dat verleden jaar te Alkmaar