Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 3.1901-1902

DOI Heft:
Nr. 5
DOI Artikel:
Groote Kerk te Deventer
DOI Artikel:
Muller, Samuel: Modern drukwerk
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.17409#0239

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
231

Modern drukwerk.

Het onschuldige naschrift bij mijne aankondiging van Pit's Goud- en Zil-
verwerk heeft vrij wat meer de aandacht getrokken dan ik verwacht en bedoeld
had. Van verschillende zijden werden mij briefkaarten gezonden, en ook mon-
deling werd mij door velen betuigd, dat ik gesproken had naar hun hart. En
nu komt nog de strijdlustige heer Kalf, die (ik weet niet hoe en waarom) bij
het geval betrokken blijkt te zijn, mij de eer aandoen uitvoerig te betoogen,
dat „mijn oordeel ongegrond" is. Het doet mij leed, dat de redactie mij niet (vol-
gens de gewoonte in dergelijke gevallen) in de gelegenheid heeft gesteld, om
even in een 'naschrift te repliceeren. Want ik heb als antwoord niet veel te zeggen.

Vooraf een woord van verweer tegen eene aantijging van den heer Kalf.
Hij verwijt mij overhaasting, en wel op drie gronden : 1°. Ik heb de lijst van
platen niet opgemerkt. Juist; het doet mij leed, en ik heb dit al betuigd. Maar
mijn verzuim was geen gevolg van overhaasting. Ik heb den tekst nauwgezet
gelezen en de platen met aandacht bewonderd; maar de tusschen beiden geplaat-
ste lijst is mij ontgaan, omdat de heer Kalf heeft goedgevonden ze zorgvuldig
tusschen twee witte bladen te verstoppen (gewis omdat dit „mooi" was). Overi-
gens kan deze quacstie ter zijde gelaten worden, want zij heeft niet het geringste
te maken met het geval, dat ons bezighoudt: het drukken van een boek in
vierkantjes zonder alinea's. -2°. Ik zou de witte regels tusschen den tekst niet
hebben opgemerkt. Dit is niet juist; ik weet niet, wat den heer Kalf aanleiding
gegeven heeft tot deze bewering. Ik heb de regels natuurlijk wel gezien : het
is inderdaad onmogelijk het niet te doen, als men den tekst leest. Maar ze vol-
deden mij niet. Vroeger plaatste men alinea's en (bij groote afscheidingen
eene enkele maal) een regel wit. De regels zijn door den heer Kalf behouden ;
maar de alinea's zijn weggelaten. En daarover beklaagde ik mij. 3°. Ik zou
niet hebben opgemerkt, dat de titel met letters in twee grootten gedrukt is.
Zal ik het bekennen 1 Ook dit was mij niet ontgaan. Aanvankelijk wel ; maar
toen ik mij er toe zette om den titel over te schrijven, bemerkte ik, dat de let-
ters van den eersten regel iets grooter waren dan die van den tweeden. Ik kon
toen de verleiding niet weerstaan het geschrevene te behouden, en het heeft
mij bijzonder vermaakt, den heer Kalf met nadruk te hooren verklaren, dat
„de letters van den eersten regel 36 punten hebben (lees : houden), de andere
28." Want niet daartoe drukt men een titel in twee lettersoorten, om later
genoodzaakt1 te zijn den lezer over dit feit in te lichten. Het geval schijnt
mij typisch voor de inrichting van dezen titel: als men hem bestudeert, kan men
er gemakkelijk uit opmaken, wat de inhoud van het boek is. Maar ik heb eene
andere opvatting van het doel van titels, die den lezer met één oogopslag over
den inhoud van het boek moeten oriënteeren.

Maar al genoeg over mijne beweerde overhaasting ; ik kom ter zake. De heer
Kalf is zoo goed geweest het verschil tusschen ons beiden (zonder het te wil-
len) kort en duidelijk te formuleeren. Hij vermeldt als iets merkwaardigs, dat
mij „werd toegestaan in dit tijdschrift een zoo uitsluitend aesthetisch onder-
 
Annotationen