DOI Heft:
Nr. 5
DOI Artikel:Groote Kerk te Deventer
DOI Artikel:Mulder, Adolph: De Schotsche en de Prinsenkerk te Rotterdam
DOI Seite / Zitierlink: https://doi.org/10.11588/diglit.17409#0232
224
De Schotsche en de Prinsenkerk te Rotterdam.
Vermeldden eenigen tijd geleden de nieuwsbladen, dat het oude Schotsche
kerkje te Rotterdam om reden van bouwvalligheid zou worden gesloopt, kort
daarop brachten zij de mare, dat ook de Prinsenkerk ten doode stond opge-
schreven.
Wij willen in het midden laten, of het eerste bericht slechts als proefballon
heeft dienst gedaan, om zoodoende de ,,vox populi" te leeren kennen omtrent de
slooping van een kerkgebouw, voordat de afbraak der Prinsenkerk werd aan-
gekondigd.
Wat hier ook van zij, tot op heden is bijna elke kritiek uitgebleven, weinige
stemmen hebben zich doen hooren, om voor het behoud van een dezer kerken te
pleiten. En toch zou het verdwijnen der Prinsenkerk, die bij uitstek geschikt is
voor de uitoefening van den Ned. Hervormden eeredienst, uit een architecto-
nisch oogpunt een te betreuren feit zijn en dit te meer nog, daar geen enkele
gegronde reden voor slooping is aan te voeren.
Immers — en dit is zeer goed mogelijk, hetgeen wij later meer uitvoerig
zullen aantoonen — door de godsdienstoefeningen voor de bedeelden van de
Schotsche kerk over te brengen naar de Prinsenkerk kan laatstgenoemd kerk-
gebouw behouden blijven, en na eene herstelling te hebben ondergaan, een
sieraad der omgeving worden. Daar de geschiedenis dezer beide kerken aan
velen onbekend is, laten wij hier eene beknopte beschrijving volgen.
De z.g. Schotsche kerk bevindt zich op den hoek der Meent en der Lombard-
straat.
Oorspronkelijk de S'. Sebastiaans-kapel genoemd, in Gothischen stijl opge-
trokken, bestond zij uit een schip met koorafsluiting en was 15 meter lang
bij 6.5 meter breed.
In 1627 werd aan de zijde der Lombardstraat een ingang gemaakt, terwijl
in 1640 het aangrenzende huis in de Lombardstraat afgebroken en de daardoor
verkregen ruimte bij de kerk werd getrokken, zoodat zij thans eene opper-
vlakte van 15 bij 13.5 meter verkreeg.
Kort daarop' is de vloer der kerk opgehoogd en met zerken belegd, welke
voor honderd gulden per zerk te koop waren.
Van dezen datum af dagteekenen de beide ellipsvormige houten gewelven,
de tribune, het doophek, ja bijna de geheele kerk.
Nadat zij eenigen tijd had dienst gedaan als stedelijke Fransche school, werd
zij tot omstreeks het jaar 1666 door de Schotsch-Hervormden in gebruik ge-
nomen.
Thans doet zij dienst als kerk voor de bedeelden ; zij die de godsdienstoefe-
ningen verzuimen, verbeuren tien centen van hunne bedeeling.
Uitwendig is de kerk bepleisterd.
Hoewel de muur aan de Meentzijde eeuigszins overhelt, is dit echter niet
van dien aard dat slooping noodzakelijk is ; vermits echter het bedoelde ge-
bouw een onooglijk aanzien heeft en geen reclitstreeksche behoefte aan een
De Schotsche en de Prinsenkerk te Rotterdam.
Vermeldden eenigen tijd geleden de nieuwsbladen, dat het oude Schotsche
kerkje te Rotterdam om reden van bouwvalligheid zou worden gesloopt, kort
daarop brachten zij de mare, dat ook de Prinsenkerk ten doode stond opge-
schreven.
Wij willen in het midden laten, of het eerste bericht slechts als proefballon
heeft dienst gedaan, om zoodoende de ,,vox populi" te leeren kennen omtrent de
slooping van een kerkgebouw, voordat de afbraak der Prinsenkerk werd aan-
gekondigd.
Wat hier ook van zij, tot op heden is bijna elke kritiek uitgebleven, weinige
stemmen hebben zich doen hooren, om voor het behoud van een dezer kerken te
pleiten. En toch zou het verdwijnen der Prinsenkerk, die bij uitstek geschikt is
voor de uitoefening van den Ned. Hervormden eeredienst, uit een architecto-
nisch oogpunt een te betreuren feit zijn en dit te meer nog, daar geen enkele
gegronde reden voor slooping is aan te voeren.
Immers — en dit is zeer goed mogelijk, hetgeen wij later meer uitvoerig
zullen aantoonen — door de godsdienstoefeningen voor de bedeelden van de
Schotsche kerk over te brengen naar de Prinsenkerk kan laatstgenoemd kerk-
gebouw behouden blijven, en na eene herstelling te hebben ondergaan, een
sieraad der omgeving worden. Daar de geschiedenis dezer beide kerken aan
velen onbekend is, laten wij hier eene beknopte beschrijving volgen.
De z.g. Schotsche kerk bevindt zich op den hoek der Meent en der Lombard-
straat.
Oorspronkelijk de S'. Sebastiaans-kapel genoemd, in Gothischen stijl opge-
trokken, bestond zij uit een schip met koorafsluiting en was 15 meter lang
bij 6.5 meter breed.
In 1627 werd aan de zijde der Lombardstraat een ingang gemaakt, terwijl
in 1640 het aangrenzende huis in de Lombardstraat afgebroken en de daardoor
verkregen ruimte bij de kerk werd getrokken, zoodat zij thans eene opper-
vlakte van 15 bij 13.5 meter verkreeg.
Kort daarop' is de vloer der kerk opgehoogd en met zerken belegd, welke
voor honderd gulden per zerk te koop waren.
Van dezen datum af dagteekenen de beide ellipsvormige houten gewelven,
de tribune, het doophek, ja bijna de geheele kerk.
Nadat zij eenigen tijd had dienst gedaan als stedelijke Fransche school, werd
zij tot omstreeks het jaar 1666 door de Schotsch-Hervormden in gebruik ge-
nomen.
Thans doet zij dienst als kerk voor de bedeelden ; zij die de godsdienstoefe-
ningen verzuimen, verbeuren tien centen van hunne bedeeling.
Uitwendig is de kerk bepleisterd.
Hoewel de muur aan de Meentzijde eeuigszins overhelt, is dit echter niet
van dien aard dat slooping noodzakelijk is ; vermits echter het bedoelde ge-
bouw een onooglijk aanzien heeft en geen reclitstreeksche behoefte aan een