Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]: Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond (3.1901-1902)

142

üe aanwinsten in het afgeloopen jaar betroffen, door het steeds
voortgezet onderzoek van terpen, voornamelijk de oudste afdeeling
van het Museum. Bij de beschrijving van menig voorwerp had de
conservator wederom gelegenheid een toelichting te schrijven, die
de lijsten van aanwinsten in dit Verslag steeds tot wetenschappelijke
hulpbronnen van groote waarde maakt.

Van de nieuwere voorwerpen verdienen zeker een afzonder-
lijke vermelding een versierde gouden vingerring uit de I2de of
I3de eeuw, een zilveren rinkelbel uit het einde der i6de- en vooral
een verguld zilveren beker uit het begin der ijAe eeuw, die door
wijlen Jhr. Mr. F. J. J. van Eysinga aan het Museum geschonken
is, en die men kan bewonderen in het in dit nummer besproken
plaatwerk >Antiek Nederlandsch Goud- en Zilverwerk".

Nog wordt melding gemaakt van een kistje met archivalia, dat
verdwaald was onder het fonds der uitgaven van het Genootschap,
en dat na gesorteerd te zijn, thans zes groote doozen vult met
stukken, bijna alle van staatsrechtelijken aard. Wij meenen dat deze
stukken zich ook thans nog op een dwaalweg bevinden en eerst
thuisgekomen zullen zijn, wanneer zij uit het museum in het Pro-
vinciaal Archief hun intrede hebben gedaan.

Cude Monumenten.

Iets over Goes en zijne Hoofdkerk.

Reeds geruimen tijd bekroop ons de lust eenige bijzonder-
heden omtrent de stad Goes en hare hoofdkerk het licht te doen
zien, verschillende omstandigheden echter hebben ons belet dit
voornemen ten uitvoer te brengen.

Toen wij in het pas verloopen jaar in de gelegenheid waren,
nader met deze laatste kennis te maken, kwam ons ter plaatse eene
circulaire onder oogen, waaruit bleek, dat zich eene Commissie ge-
vormd had met het doel de groote of St. Maria-Magdalenakerk te
Goes te restaureeren; thans, nu men pogingen in het werk stelt,
om het schoonste kerkelijke bouwwerk onder Zeelands monumenten
in zijn ouden luister te herstellen, een kunstwerk, dat voor vele
monumenten in ons vaderland niet behoeft onder te doen, thans
achten wij het oogenblik gekomen, waarop eene beschrijving dier
kerk de meeste belangstelling zal wekken en bij den kunstlievenden
lezer de begeerte zal doen ontstaan, met dit artistieke gebouw der
middeleeuwen van meer nabij kennis te maken.