Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 3.1901-1902

DOI Heft:
Nr. 3
DOI Artikel:
Martin, Wilhelm: Tentoonstelling te Alkmaar
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.17409#0138

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
130

Tentoonstellingen.

Tentoonstelling te Alkmaar.

Bij gelegenheid van zijn zeventigjarig bestaan heeft het Alk-
maarsch Tcekengenootschap » Kunst zij ons Doel" van 4 tot 13
October j.1. een tentoonstelling van oude en nieuwe kunst, aan
Alkmaarsche particulieren toebehoorend, gehouden, waar allerlei op-
merkelijke schilderijen, zoowel oude als moderne, waren bijeenge-
bracht. Het is hier de plaats niet, over de moderne te spreken,
maar de oude lijken mij belangrijk genoeg, om er, hoewel de
tentoonstelling reeds gesloten is, de aandacht op te vestigen, vooral
daar de catalogus, door leeken samengesteld, uit den aard der zaak
vele onnauwkeurigheden bevat, die hem niet bijster geschikt maken
om bij kunsthistorische studiën te worden geraadpleegd.

Te midden van de menigte schilderijen uit onze productieve
gouden eeuw stond in de groote zaal van het Burgerweeshuis,
waar de tentoonstelling werd gehouden, schuchter in een hoekje,
een kleine serieus geschilderde triptiek uit de zestiende eeuw. In
het midden Maria, den gestorven Christus in de armen, achter haar
in het midden het kruis, waarboven aan weerskanten een medaillon
is aangebracht. Op den linkervleugel is van binnen een Vlucht naar
Egypte en een Simeon in den Tempel voorgesteld, van buiten een
H. Katharina, terwijl de rechtervleugel van binnen met een ge-
kruisigden Christus en een Graflegging, van buiten meteen H. Agatha
beschilderd is. Het is zonder twijfel Noordnederlandsch werk: de
kleur zoowel als de behandeling wijzen op invloed van Cornelis
Engebrechtz., hoewel het mij geenszins van zijne hand schijnt te
zijn: daarvoor is het te zwak en onoorspronkelijk.

Als men weet, dat dit schilderij als aardappelenschep heeft
dienst gedaan, voordat de tegenwoordige eigenares, mevr. Wittc-
Whalen het kocht, is men verwondérd, dat het er nog zoo goed
is afgekomen. Het is natuurlijk hier en daar, vooral aan de randen
en medaillons, bijgewerkt, — niet zeer handig helaas, — maar de
figuren zijn toch vrijwel intact gebleven.

Onder de stukken uit de zeventiende eeuw was menig belang-
rijk kunstwerk.

In de eerste plaats die twee prachtportretjes door 67. ter Borch
(nos 35a en b, eigenaar Mr. W. C. Luyken Glashorst), een man en
een vrouw, beiden ten voeten uit, zij met een bonten, opgevouwen
waaier in de hand. De catalogus vermeldt, dat ze in 1644 geschilderd
 
Annotationen