DOI Heft:
Nr. 3
DOI Artikel:Kalf, Jan: De Textiele kunst in het Nederlandsch Museum, [3]
DOI Artikel:Mauritshuis - Het Stedelijk Museum de Lakenhal te Leiden
DOI Seite / Zitierlink: https://doi.org/10.11588/diglit.17409#0103
95
Tegen het eind der zestiende eeuw blijft het algemeen karakter
der weefselversiering wel hetzelfde, maar de gestrooide bloemen en
bladeren worden grooter en langzamerhand minder gestyleerd ge-
teekend.
Voorbeelden daarvan geven een veelkleurig zijden lapje, dat
op een karmijnrooden grond van satijn, groote bloemen van S-vormig
gebogen bebladerde takjes vertoont, in keper van geel-groen en wit
en een prachtig zijden fluweel, met groote gestyleerde bloemen
van licht- en donkerbruine doorsneden en getrokken pool op
groen satijnen ondergrond.
Ten slotte blijven nog eenige groot-gebloemde zijden damasten
te noemen, een geschenk van Prof. Six, die het overzicht der
Lodewijk-XIV patronen vollediger maken.
Over het geheel vormen de aanwinsten van 1901 een gelukkige
uitbreiding der afdeeling textiele kunst.
Jan Kalf.
Mauritshuis.
Van zijnen directeur ontving het museum twee stillevens in
bruikleen, het eene een doode kip voorstellend en geschilderd door
Karei Slabbaert, links beneden voluit gemerkt; het andere een vanitas :
boeken, een aardbol, zandlooper, enz., door I. ver Meniën op paneel
gebracht. Door deze aanwinst is het mogelijk geworden, een vroeger
met voorbehoud aan Collier toegeschreven stilleven in dit museum
met zekerheid aan I. v. Meiden toe te schrijven. Voor nadere bij-
zonderheden omtrent deze kwestie kan ik volstaan met te verwijzen
naar het betoog van I Jr. C. Hofstede de Groot in Oud-Holland
XIX, afl. 3.
Door de welwillendheid van Mr. M. C. L. Lotsy te Rijnzater-
woude kon een aan dezen toebehoorend portret van Johan de Witt,
misschien door Hanneman geschilderd, eenigen tijd worden tentoon-
gesteld.
Den Haag, Nov. 1901. W. Martin.
Het Stedelijk Museum de Lakenhal te Leiden.
Het Stedelijk Museum de Lakenhal ontving een viertal portret-
stukken ten geschenke van Mevr. Douairière E. van Beresteyn te
's-Gravenhage.
Het grootste stuk, 78 cM. breed, 60 cM. hoog, is niet getee-
Tegen het eind der zestiende eeuw blijft het algemeen karakter
der weefselversiering wel hetzelfde, maar de gestrooide bloemen en
bladeren worden grooter en langzamerhand minder gestyleerd ge-
teekend.
Voorbeelden daarvan geven een veelkleurig zijden lapje, dat
op een karmijnrooden grond van satijn, groote bloemen van S-vormig
gebogen bebladerde takjes vertoont, in keper van geel-groen en wit
en een prachtig zijden fluweel, met groote gestyleerde bloemen
van licht- en donkerbruine doorsneden en getrokken pool op
groen satijnen ondergrond.
Ten slotte blijven nog eenige groot-gebloemde zijden damasten
te noemen, een geschenk van Prof. Six, die het overzicht der
Lodewijk-XIV patronen vollediger maken.
Over het geheel vormen de aanwinsten van 1901 een gelukkige
uitbreiding der afdeeling textiele kunst.
Jan Kalf.
Mauritshuis.
Van zijnen directeur ontving het museum twee stillevens in
bruikleen, het eene een doode kip voorstellend en geschilderd door
Karei Slabbaert, links beneden voluit gemerkt; het andere een vanitas :
boeken, een aardbol, zandlooper, enz., door I. ver Meniën op paneel
gebracht. Door deze aanwinst is het mogelijk geworden, een vroeger
met voorbehoud aan Collier toegeschreven stilleven in dit museum
met zekerheid aan I. v. Meiden toe te schrijven. Voor nadere bij-
zonderheden omtrent deze kwestie kan ik volstaan met te verwijzen
naar het betoog van I Jr. C. Hofstede de Groot in Oud-Holland
XIX, afl. 3.
Door de welwillendheid van Mr. M. C. L. Lotsy te Rijnzater-
woude kon een aan dezen toebehoorend portret van Johan de Witt,
misschien door Hanneman geschilderd, eenigen tijd worden tentoon-
gesteld.
Den Haag, Nov. 1901. W. Martin.
Het Stedelijk Museum de Lakenhal te Leiden.
Het Stedelijk Museum de Lakenhal ontving een viertal portret-
stukken ten geschenke van Mevr. Douairière E. van Beresteyn te
's-Gravenhage.
Het grootste stuk, 78 cM. breed, 60 cM. hoog, is niet getee-