Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 3.1901-1902

DOI Heft:
Nr. 3
DOI Artikel:
Mulder, Adolph: De toren aan de Kerk der Ned. Hervormde Gemeente te Sprang, (N.-Brt.)
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.17409#0106

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
98

Oude Monumenten.

De toren aan de Kerk der Ned. Hervormde Gemeente te Sprang.
(N.-Brt.)

Wij noodigen den welwillenden lezer uit, zich in den geest
met ons te begeven naar het overbekende centrum der Noord-
Brabantsche schoenenindustrie, de zoogenaamde Langstraat, waarvan
het bedrijvige Waalwijk het middelpunt vormt.

In laatstgenoemde gemeente aangekomen, knoopen wij met eenige
ingezetenen een gesprek aan over de bezienswaardigheden der plaats
en van den omtrek en komen hierdoor tot de wetenschap, dat in
het dorpje Sprang, gelegen op een afstand van 25 minuten gaans
van Waalwijk, eene oude kerk staat met eenen zeer merkwaardigen
toren.

Immers wij vernemen daar uit den volksmond, dat in dien
toren een gat is ontstaan, dat door geen menschenarbeid tot op
heden is kunnen gedicht worden.

De bres, waarvan sprake, is ontstaan, zoo gaat onze zegsman
voort, nadat de kerk in 1609 formeel voor de Katholieken gesloten
werd en Cornelius Hanecopius zich aldaar in 1613 als predikant
vestigde.

O. L. Vrouw zou toen door die opening zijn uitgevlogen en
de duivel daardoor binnengekomen, reden waarom het gat niet
meer is dicht te maken.

Wij geven deze bijtende zinspeling, zooals de volkstraditie ze
ons verhaalt.

Wij, mannen van het vak, wij vonden in deze mededeeling
prikkel te over, om ons met eigen oogen in het beschouwen van
dit merkwaardige bouwwerk met zijn traditioneele opening te gaan
verlustigen.

Vol verwachting nemen wij derhalve onzen weg door de
gemeenten Waalwijk en Besoyen, welke volkrijke plaatsjes on-
middellijk aan elkander grenzen; van uit de meeste huizen klinkt
ons het vroolijk hamergeklop als welkomstgroet te gemoet, als
wilde het den vreemdeling te kennen geven, dat hij zich bevindt
in eene streek, waar de schoenmakersindustrie den schepter zwaait.

Vervolgens overschrijden wij de spoorbaan 's-Bosch-Zwaluwe
en een lijnrechte straatweg ligt voor ons open, aan welks uiteinde
in het verre verschiet wazig, schilderachtig uit de nevelen opdoemt
de bewuste toren, het doel onzer weetgierigheid.
 
Annotationen