Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 3.1901-1902

DOI Heft:
Nr. 4
DOI Artikel:
Kalf, Jan: De Textiele kunst in het Nederlandsch Museum, [4]
DOI Artikel:
Kalf, Jan: "De Oudste Beeldhouwwerken in Noord-Nederland"
DOI Artikel:
Oude gebouwen te Rotterdam - Amsterdam - Deventer[...]
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.17409#0188

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
i8o

gelijk de eerste regels van het randschrift ook kennelijk bedoelen:

Qui fons es viiae, nos duc ad pascua vitae.

Tn caput ecclesiae, nos membra tibi tua junge.

Het bewijs der verwisseling wordt door deze miniatuur gele-
verd. Maar ter vergelijking met den Zwolschen steen is de tweede
afbeelding v) merkwaardiger (fig. 2).

Want terwijl hier de op een troon gezeten grijsaard met kruis-
nimbus blijkbaar God den Vader voorstelt, luidt toch de smeeking
van den rijken jongeling in de hel : -»Pater Abraham miserere mei."
En hier is dus hetzelfde geval als te Zwolle, waar de blijkens gelaat
en gebaar God-de-Vader voorstellende figuur toch in de inscriptie
Pater Abraham wordt genoemd.

Terloops merk ik op, dat ook in deze miniatuur de zielen in
den schoot den nimbus dragen, een bijzonderheid, die — volgens
den heer Spitzen — niet overeenkomstig de iconografie der zaligen
zou zijn (!).

Ik geloof, dat de verklaring van den Zwolschen steen hiermede
volkomen gedocumenteerd is. Haseloff heeft van deze iconografische
ontaarding geen voorbeeld aangetroffen voor het einde der Xlle eeuw.
Ook daarom is het nauwelijks waarschijnlijk, dat de Zwolsche steen
ouder zou zijn. Dat hij in geen geval uit de eerste helft der XIe
eeuw kan dagteekenen, behoeft zelfs geen betoog. De krypt der
Deventer Sint Lebuinus en wat er in Utrecht nog over is aan
architectuur uit Bernulphus' tijd, sluit het bestaan eener vroeg-elfd'
eeuwsche Nederlandsche figuralc sculptuur volkomen uit.2)

Jan Kalf.

Oude gebouwen te Rotterdam.

Uit de sedert jaren bestaande bouwkundige-vereeniging Bouw-
kunst en Vriendschap heeft zich eene commissie gevormd met het
doel om gegevens en afbeeldingen te verzamelen van oude architec-
tonisch belangrijke gebouwen en fragmenten. Deze commissie bestaande
uit de H.H. H. Kloot, J. Heijink, W. Bruynzeel Czn., P. G. Buskens
en A. Spoon, heeft zich in Februari 1.1. tot de stadgenooten gewend
om medewerking.

Al moge Rotterdam betrekkelijk arm zijn aan belangrijke oude
bouwwerken, er is toch nog heel wat merkwaardigs uit de 17e en
18e eeuw, dat bewijs levert van de welvaart van toen.

Met volle instemming vermelden wij deze poging om, waar het

1) Bibliotheek van Sainte Geneviève te Parijs — Ms. 10.

2) De twee uitmuntende kapiteelen uit dezen zelfden tijd in het Stedelijk Museum te
Utrecht houd ik voor geïmporteerd werk.
 
Annotationen