Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 3.1901-1902

DOI Heft:
Nr. 1 en 2
DOI Artikel:
Overvoorde, J. C.: De kerk te Rijnsburg
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.17409#0050

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
42

lengte, waarschijnlijk de grootste zerk in Nederland. De afbeeldin-
gen der abdissen op de zerken zijn nog vrij goed bewaard en door
de afgelegen ligging van de kerk ontsnapten de daarop gebeitelde
wapens aan de Fransche kunstbewerking. Van de zerken der vroe-
ger in de abdijkerk begraven eerste Graven uit het Hollandsche
Huis is nog die van Graaf Willem (f 1223) en Aleyd (f 1218) en
een fragment van die van hun dochter Ada (f 1258) in den muur
ingemetseld '). De kerk bezit verder een goedgesneden eiken preek-
stoel met koperen lezenaar en koorhek uit omstreeks 1660.

De bedreigde kolommen zijn, evenals het onderstuk van den
toren van tufsteen. De ronde schachten rusten op geprofileerde
basementen en gaan over in een teerling kapiteel, bekroond door
een geprofileerden abacus. De schacht van de middelste der drie
kolommen is omgeven door acht kleine schalken.

Door den Minister van B. Z. werd bezwaar gemaakt tegen
het oorspronkelijk bouwplan, waarbij de kolommen werden opge-
offerd, en werd op grond van beweerd eigendomsrecht van den
Staat elke ingrijpende verandering zonder overleg met den Staat
verboden. Door den Oudheidkundigen Bond en door het Kon.
Oudheidkundig Genootschap werd bij de kerkvoogden op behoud
der oudste gedeelten aangedrongen. De aanbesteding werd op het
laatste oogenblik uitgesteld en aan den Minister werd bericht, dat
men tot overleg bereid was. In hoeverre dit resultaat zal opleveren
zal nader moeten blijken. Een ongunstig teeken acht ik het, dat
toen de Rijks-architect, de heer Mulder, zich, na voorafgaande
kennisgeving, bij de kerkvoogden aanmeldde om gezamenlijk te
overleggen of er geen middel zoude bestaan om, met behoud der
kolommen, aan de door den dienst geëischte vermeerdering van
plaatsruimte te voldoen, deze alleen den predikant aantrof en de
kerkvoogden door afwezigheid schitterden. Hieruit blijkt toch, dat
öf de kerkvoogden niet het minste belang stellen in pogingen tot
overleg öf dat zij door den predikant-met opzet buiten deze bespre-
king gehouden zijn. Ook wijst de manier waarop Ds. van Druten
door een reeks van ingezonden s-tukken in het Leidsch Dagblad
het verband der kerk met de oude abdijkerk tracht te betwisten
en het bouwkundig belang van de oudste gedeelten der kerk te
verkleinen, niet op groote geneigdheid om ter wille van de frag-
menten van oudere bouwwerken de eenmaal ontworpen bouwplannen
te wijzigen.

J. C. OVERVOORDE.

IJ Zie uitvoeriger hierover in het Leidsch Dagblad van 17 Augustus II.
 
Annotationen