"5
Met besliste zekerheid zien wij dus hieruit, dat de rand beneden
de deklijst met ornament is versierd geweest en daar de totale lengte
van 100 voeten, welke noodig bleek, een maat aangeeft, welke met
inbegrip der pilasters noodig is, mogen wij, in verband met decaan-
leiding tot ons vermoeden, wel besluiten, dat ook in de paneelen
der pilasters een reliefversiering is geweest.
De bovengenoemde herstelling is zeer waarschijnlijk niet uit-
gevoerd, want van Hasselt, die de opgaaf uit Boek P van Allerhande
Zaken der Rekenkamer overnam, voegt er bij, dat deze door geen
dispositie is gevolgd. Sedert in 1900 het monument werd gevernist,
ging de duidelijkheid der in- en afdrukken van het ornament wel
wat verloren; zij zijn evenwel nog wel waar te nemen.
Reeds hadden wij het bovenstaande geschreven, toen ons, bij
ons verder onderzoek, eene teekening in handen kwam, welke in 1825
door 1. Jelgerhuis Rzn. werd vervaardigd. ') Daarop komt in den
meest westelijken pilaster van het zuidelijk aanzicht der tombe dit
ornament nog voor. IrrMen meest oostelijken pilaster was toen de boven-
ste helft nog aanwezig; in de overige pilasters wordt het gemist. Daar-
entegen is de rand beneden de deklijst, aan het westelijk einde, nog
over '/:s der lengte van de tombe er mede versierd,
De oudste afbeelding der tombe vindt men op de titelplaat
van de Geld. Gesch. door A. van Slichtenhorst (1654). Deze betreft
alleen het dekstuk en een klein deel van het bovengedeelte. Wijl de
1) Gem. arch. Verz. nagelaten teekeningen door Mr. Alex. Ver Huell. Portef Arnhem 32.
Met besliste zekerheid zien wij dus hieruit, dat de rand beneden
de deklijst met ornament is versierd geweest en daar de totale lengte
van 100 voeten, welke noodig bleek, een maat aangeeft, welke met
inbegrip der pilasters noodig is, mogen wij, in verband met decaan-
leiding tot ons vermoeden, wel besluiten, dat ook in de paneelen
der pilasters een reliefversiering is geweest.
De bovengenoemde herstelling is zeer waarschijnlijk niet uit-
gevoerd, want van Hasselt, die de opgaaf uit Boek P van Allerhande
Zaken der Rekenkamer overnam, voegt er bij, dat deze door geen
dispositie is gevolgd. Sedert in 1900 het monument werd gevernist,
ging de duidelijkheid der in- en afdrukken van het ornament wel
wat verloren; zij zijn evenwel nog wel waar te nemen.
Reeds hadden wij het bovenstaande geschreven, toen ons, bij
ons verder onderzoek, eene teekening in handen kwam, welke in 1825
door 1. Jelgerhuis Rzn. werd vervaardigd. ') Daarop komt in den
meest westelijken pilaster van het zuidelijk aanzicht der tombe dit
ornament nog voor. IrrMen meest oostelijken pilaster was toen de boven-
ste helft nog aanwezig; in de overige pilasters wordt het gemist. Daar-
entegen is de rand beneden de deklijst, aan het westelijk einde, nog
over '/:s der lengte van de tombe er mede versierd,
De oudste afbeelding der tombe vindt men op de titelplaat
van de Geld. Gesch. door A. van Slichtenhorst (1654). Deze betreft
alleen het dekstuk en een klein deel van het bovengedeelte. Wijl de
1) Gem. arch. Verz. nagelaten teekeningen door Mr. Alex. Ver Huell. Portef Arnhem 32.