Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond
— 3.1901-1902
Zitieren dieser Seite
Bitte zitieren Sie diese Seite, indem Sie folgende Adresse (URL)/folgende DOI benutzen:
https://doi.org/10.11588/diglit.17409#0163
DOI Heft:
Nr. 4
DOI Artikel:Kalf, Jan: De Textiele kunst in het Nederlandsch Museum, [4]
DOI Artikel:Mulder, Adolph: Iets over Goes en zijne Hoofdkerk
DOI Seite / Zitierlink:https://doi.org/10.11588/diglit.17409#0163
155
n. 1. een in het noorder- en een in het zuidertransept, terwijl de
derde in den westgevel is gelegen.
Een vierde ingang voor particulier gebruik ligt naast de
consistoriekamer.
Maken wij thans eene wandeling door het kerkgebouw, dan zien
wij, dat bij den bouw het algemeen gebruikelijke systeem gevolgd is.
De zoogenaamde Wandelkerk.
Vrij slanke kolommen, van bazementen en kapiteelen voorzien,
waarop rijk geprofileerde spaarbogen rusten, scheiden het middel-
schip van de zijbeuken.
Op de assen der kolommen en boven de kapiteelen zijn
in den muur 3/4 cirkelvormige kolonnetten aangebracht, voorzien
van bazementen en kapiteelen, waarop ter hoogte van 19 M. boven
n. 1. een in het noorder- en een in het zuidertransept, terwijl de
derde in den westgevel is gelegen.
Een vierde ingang voor particulier gebruik ligt naast de
consistoriekamer.
Maken wij thans eene wandeling door het kerkgebouw, dan zien
wij, dat bij den bouw het algemeen gebruikelijke systeem gevolgd is.
De zoogenaamde Wandelkerk.
Vrij slanke kolommen, van bazementen en kapiteelen voorzien,
waarop rijk geprofileerde spaarbogen rusten, scheiden het middel-
schip van de zijbeuken.
Op de assen der kolommen en boven de kapiteelen zijn
in den muur 3/4 cirkelvormige kolonnetten aangebracht, voorzien
van bazementen en kapiteelen, waarop ter hoogte van 19 M. boven