Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 3.1901-1902

DOI Heft:
Nr. 4
DOI Artikel:
Kalf, Jan: De Textiele kunst in het Nederlandsch Museum, [4]
DOI Artikel:
Mulder, Adolph: Iets over Goes en zijne Hoofdkerk
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.17409#0180

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
172

torentje klokken hingen ter waarde van 6000 gulden; na den Syl-
vesternacht van 1761 echter konden zij niet meer bespeeld worden,
doordat verscheiden klokken gebarsten waren.

In 1762 werden de Stads-directeuren gemachtigd, om over
een nieuw klokkenspel te onderhandelen. De groote kosten, hieraan
verbonden, zouden wellicht van den aankoop hebben afgeschrikt,
was niet een financiëel voordeel de stedelijke kas ter hulp gekomen.
Op het einde der i6e eeuw had men eenige klokken tot geschut

De zoogenaamde preekkerk in het midden der i8e eeuw, naar eene
teekening in de verzameling „Zelandia IUustrata" van het Zeeuwsen
Genootschap der Wetenschappen te Middelburg.

laten gieten, thans wilde men deze specie weer aan haar primitieve
bestemming teruggeven. Immers op »Hoogerwerve", naast de oude
hoofdpoort, lagen nog een paar kanonnen, die men nu tot klokken
wilde vergieten, om de geloovigen ter kerke op te roepen, liever
dan ze te hooren bulderen op den wal. Men kwam op het gelukkige
denkbeeld, ze den klokkengieter als grondstof te geven en haar
gewicht was van dien aard, dat de kosten aanmerkelijk werden
verminderd.

Het werk mocht echter niet voorspoedig eindigen, want jaren
 
Annotationen