Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]: Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond (3.1901-1902)

een klomp zand, met kiezelsteentjes vermengd, geheel met ijzeroxyde
doortrokken en samengekleefd. Deze klomp, voor lange jaren uit
de Lek opgevischt, vertoonde eenigszins den vorm van een zwaard;
hij was daarom door het Historisch Genootschap bewaard en met
andere voorwerpen in bruikleen gegeven aan het museum, waar hij
echter natuurlijk niet geëxposeerd was. Na behandeling door den
heer Lankelma ontving ik terug eene vrij gave speerpunt, waarvan
alleen het holle onderstuk (waarin de speer bevestigd was geweest)
geheel geoxydeerd was. Toch werden in dat onderstuk nog ge-
vonden overblijfselen van de houten speer, voldoende om vast te
stellen, dat deze door een zeer ingenieus procédé aan de punt
bevestigd was geweest. In de holle, naar het midden verwijde buis
had men een wig geplaatst met de spits naar beneden; het
einde van de houten speer, dat juist in de opening paste, was ge-
spleten ; toen men dit in de opening stak, ontmoette het dus natuurlijk
de wig, die de beide uiteinden uiteendreef en het onmogelijk maakte, om
het dus verdikte einde uit de nauwsluitende opening terug te trekken.

Fig. 1. Fig. 2. Fig. 3. Fig. 4.

Bijgaande afbeeldingen verduidelijken dit ten overvloede.
Fig. i is de geoxydeerde massa; fig. 2 vertoont eene doorsnede van