Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 3.1901-1902

DOI Heft:
Nr. 5
DOI Artikel:
Verslagen van Vereenigingen
DOI Seite / Zitierlink: 
https://doi.org/10.11588/diglit.17409#0217

DWork-Logo
Überblick
loading ...
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
2og

venhage genoten hebben, en die straks te gast zullen gaan naar
Düsseldorf en Brugge kunnen niet anders dan hier een ernstig protest
doen hooren.

Verslag over den toestand van het Stedelijk Museum „de Lakenhal"
te Leiden gedurende 1901.

Uit dit verslag stippen wij aan, dat de plaats van wijlen Mr. Dozy
als conservator waargenomen werd door Mr. J C. Overvoorde.

Met een meer doelmatige rangschikking der schilderijen en oud-
heden werd een aanvang gemaakt. Bij een nauwkeurig onderzoek der
schilderijen bleek het, dat vele stukken dringend restauratie behoefden.
Om hiertoe te kunnen overgaan riep de commissie de hulp in van
den Gemeenteraad, en reeds is het bekend dat deze aanvrage met
succes bekroond is

Een belangrijke stap in de goede richting was voorzeker, dat de
historische atlas overgebracht is naar het Gemeente-Archief, waar deze
vaak geraadpleegde verzameling uit den aard van de zaak beter voor
onderzoek toegankelijk is.

Onder de aanwinsten valt in het oog een prachtig geteekend mans-
portret van Lucas van Leyden, met diens monogram geteekend en
1521 gedateerd. Wij laten uit het verslag de volgende beschrijving
volgen:

»De kop is zeer doorwerkt en sterk van impressie en is een zeer
goed specimen van de kunst van dezen Hollandschen Dürer. De over-
levering wil hierin een zelfportret zien van den meester, doch hiervoor
zijn geen verdere aanwijzingen. Het vertoont geen gelijkenis met het
bekende zelfportret van 1525. Waar het jaartal overeenkomt met het
bezoek van Lucas aan Antwerpen, is het waarschijnlijk, dat hier een
der Antwerpsche vrienden is afgebeeld. Van den linkerbovenhoek
ontbreekt een gedeelte met het bovenstuk van den barret. Overigens
is de teekening, behoudens een paar olievlekken onderaan, in zeer
goeden staat."

Deze kostbare aanwinst heeft het Museum te danken aan de
beschikking van wijlen den conservator Mr. Ch. M. Dozy.

Verslag 1901. Museum van Oudheden te Groningen.

Met den bouw van den oostelijken vleugel van het museum is een begin
gemaakt en zelfs is men hiermede reeds zoover gevorderd, dat de nieuwe
bouw onder dak en glasdicht. is geworden. Het door den heer C. H. Peters
ontworpen museum is dus thans in zijn geheel te zien.

De aanwinsten gedurende 1901 zijn reeds voor een gedeelte in het Bulle-
tin opgenomen.
 
Annotationen