DOI Heft:
Nr. 5
DOI Artikel:Groote Kerk te Deventer
DOI Artikel:Boebeoordeeling en Aankondiging
DOI Seite / Zitierlink: https://doi.org/10.11588/diglit.17409#0237
229
naar de data der gehouden veilingen, en dit is beslist niet goed. Want bij
een kunstenaar, wiens werk veel op veilingen voorkomt, is het zoeken nu
zoo bezwaarlijk, dat er vaak niet aan te beginnen is. Hier had een systema-
tische volgorde gekozen moeten zijn volgens de behandelde onderwerpen.
Voor die kunstwerken, waarvan het onderwerp niet blijkt, of waarvan deze
niet of slechts moeielijk gesystematiseerd konden worden, zooals van land-
schappen, had de nu gevolgde rangschikking dan nog altijd opengestaan.
De afmetingen zijn zoo mogelijk steeds aangegeven en de prijzen, waar die
bekend waren, alle gereduceerd tot francs.
Over de volledigheid van het gebruikte materiaal zal men zich een denk-
beeld kunnen vormen, wanneer ik er op wijs, dat de twee deelen van Hoet's
catalogus geëxcerpeerd zijn, maar dat het zeer belangrijke supplement van
Terwesten vergeten is, en vooral wanneer ik in herinnering breng, dat de
heer Mireur het geheele materiaal door George Eedford bijeengebracht on-
gebruikt heeft laten liggen !
Maar nu iets over die nauwkeurigheid, waar de schrijver zoo prat op is.
Het zou langdradig wezen alle fouten en foutjes op te sommen in de spelling
der namen, in de bijgevoegde jaartallen en in de kleine historische bijzonder-
heden. Daarom slechts een bloemlezing bijeengegaard bij het doorbladeren
om de soort en het gewicht der fouten aan te toonen.
Willem van Aelst (hier genoemd Vander Aalst) is gerangschikt bij de Aa,
zijn oom Evert (genoemd Erncst) bij de Ae. Is van den eerste het geboorte-
jaar maar zes jaren te vroeg aangegeven, bij den laatste staat als geboorte-
jaar 1558, in plaats van 1622 en als sterfjaar 1602, in plaats van 1657.
Bij den etser Jan van Aken uit de zeventiende eeuw zijn verschillende schil-
derijen van Hans van Aken uit de zestiende eeuw ondergebracht.
Als geboorteplaats van Eyck Aertsz. wordt Wickmort genoemd, waarin
slechts met moeite Wijk-aan-Zee te herkennen is.
Nu nog, NB. in 1902, durft Dr. Mireur met Jacob Walter van Assen voor
den dag te komen.
Van zekeren Jacob Dirck Abels, geboren in 1803, wordt een maanlicht
vermeld op de verkooping van de collectie Willem III, Amsterdam 1713.
Na van Guillaume Akersloot, „peintre et graveur Hollandais", diens por-
tret van Frederik Hendrik vernield te bedden, volgt later nog eens Wilhelm
Axersloot, .,graveur flamand", met hetzelfde portret.
Een alleronaangenaamste operatie heeft zich Jan de Baen moeten laten
welgevallen. Bij één portret heet hij Jean Baan, bij eenige andere Jean van
Baan, en bij nog eenige andere Jean van der Banck (deze laatste op de auctie
Pietersix in 1903 !).
.Maar het fraaiste vond ik bij Cornelis Ploos van Amstel. Deze is voor Dr.
Mireur een Italiaansch graveur uit het midden der zestiende eeuw. De schrij-
ver vergat helaas er de verklaring bij te geven, hoe een Italiaansch graveur
uit het midden der zestiende eeuw prenten heeft kunnen maken naar teeke-
ningen van liembrandt, van Goyen en Metsu.
naar de data der gehouden veilingen, en dit is beslist niet goed. Want bij
een kunstenaar, wiens werk veel op veilingen voorkomt, is het zoeken nu
zoo bezwaarlijk, dat er vaak niet aan te beginnen is. Hier had een systema-
tische volgorde gekozen moeten zijn volgens de behandelde onderwerpen.
Voor die kunstwerken, waarvan het onderwerp niet blijkt, of waarvan deze
niet of slechts moeielijk gesystematiseerd konden worden, zooals van land-
schappen, had de nu gevolgde rangschikking dan nog altijd opengestaan.
De afmetingen zijn zoo mogelijk steeds aangegeven en de prijzen, waar die
bekend waren, alle gereduceerd tot francs.
Over de volledigheid van het gebruikte materiaal zal men zich een denk-
beeld kunnen vormen, wanneer ik er op wijs, dat de twee deelen van Hoet's
catalogus geëxcerpeerd zijn, maar dat het zeer belangrijke supplement van
Terwesten vergeten is, en vooral wanneer ik in herinnering breng, dat de
heer Mireur het geheele materiaal door George Eedford bijeengebracht on-
gebruikt heeft laten liggen !
Maar nu iets over die nauwkeurigheid, waar de schrijver zoo prat op is.
Het zou langdradig wezen alle fouten en foutjes op te sommen in de spelling
der namen, in de bijgevoegde jaartallen en in de kleine historische bijzonder-
heden. Daarom slechts een bloemlezing bijeengegaard bij het doorbladeren
om de soort en het gewicht der fouten aan te toonen.
Willem van Aelst (hier genoemd Vander Aalst) is gerangschikt bij de Aa,
zijn oom Evert (genoemd Erncst) bij de Ae. Is van den eerste het geboorte-
jaar maar zes jaren te vroeg aangegeven, bij den laatste staat als geboorte-
jaar 1558, in plaats van 1622 en als sterfjaar 1602, in plaats van 1657.
Bij den etser Jan van Aken uit de zeventiende eeuw zijn verschillende schil-
derijen van Hans van Aken uit de zestiende eeuw ondergebracht.
Als geboorteplaats van Eyck Aertsz. wordt Wickmort genoemd, waarin
slechts met moeite Wijk-aan-Zee te herkennen is.
Nu nog, NB. in 1902, durft Dr. Mireur met Jacob Walter van Assen voor
den dag te komen.
Van zekeren Jacob Dirck Abels, geboren in 1803, wordt een maanlicht
vermeld op de verkooping van de collectie Willem III, Amsterdam 1713.
Na van Guillaume Akersloot, „peintre et graveur Hollandais", diens por-
tret van Frederik Hendrik vernield te bedden, volgt later nog eens Wilhelm
Axersloot, .,graveur flamand", met hetzelfde portret.
Een alleronaangenaamste operatie heeft zich Jan de Baen moeten laten
welgevallen. Bij één portret heet hij Jean Baan, bij eenige andere Jean van
Baan, en bij nog eenige andere Jean van der Banck (deze laatste op de auctie
Pietersix in 1903 !).
.Maar het fraaiste vond ik bij Cornelis Ploos van Amstel. Deze is voor Dr.
Mireur een Italiaansch graveur uit het midden der zestiende eeuw. De schrij-
ver vergat helaas er de verklaring bij te geven, hoe een Italiaansch graveur
uit het midden der zestiende eeuw prenten heeft kunnen maken naar teeke-
ningen van liembrandt, van Goyen en Metsu.