Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Editor]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 3.1901-1902

DOI issue:
Nr. 5
DOI article:
Groote Kerk te Deventer
DOI article:
Gratama, Seerp: Urnen-Vondsten in Drenthe
DOI Page / Citation link:
https://doi.org/10.11588/diglit.17409#0247

DWork-Logo
Overview
Facsimile
0.5
1 cm
facsimile
Scroll
OCR fulltext
239

tijd als de „Anglo-Saxon urn" en wel speciaal tot het midden der 5° eeuw, ge-
bracht 1), en in zekere mate tegenover de Germaansche urnen gesteld 2). Ook
nu nog buigen wij eerbiedig het hoofd, al fluistert een ongeloovige stem reeds, dat
juist dat vaatwerk meer met de plaats, waar het werd vervaardigd, uitstaande
zoude kunnen hebben, dan met de afstamming van hen, die liet hebben ge-
maakt. Zooals gezegd, wij buigen het hoofd, maar kunnen dit toch niet meer,
als wij nu nog in Drenthe plotseling vernemen van een afzonderlijk soort van
urnen, aan de „Markenbewoners" 3) aldaar eigen, daar wij in onze onschuld
meenden, dat de oude Drenthsche nederzettingen allen marken waren, en de
ciütiveering van den bodem in bedoeld gewest oorspronkelijk in dien vorm van
grondbezit heeft plaats gevonden. Eén enkel voorbeeld van bet tegendeel zal
dr. Pleyte niet licht kunnen vinden.

Ons geloof in en ons geduld met dien gids zijn echter ten einde, als wij naast
alle voorgaande groepen en daarvan afgescheiden, herhaaldelijk genoemd en
omschreven vinden een categorie van urnen en vaatwerk, die dr. Pleyte aan-
duidt eenvoudig met den naam van „oud-Germaansch", en dit meestal waar
de urnen afkomstig zijn uit grafheuvels of grafvelden ''). Is hier geen tegenstel-
ling met alle vorige bedoeld, en dit is toch wel geheel onaannemelijk 5), dan
blijkt dat deze rubriek gelijk staat met die, in vele verzamelingen, vooral in vroe-
ger tijd, aangeduid met den naam : Diversen. Dit wordt inderdaad bevestigd,
wanneer men nagaat wat hier wordt ondergebracht.Waar dr. Pleyte de door hem
vaststelde typen niet aanwezig vindt en waar geen voorwerpen bij het vaatwerk

1) Bovendien lezen wij hieromtrent 1. c. p. 57 nog: ))De beschavingsvorm der heemsteden in
de gemeente Eclde is dus waarschijnlijk aan Saxïsche bewoners ontleend. .. van Frankischen in-
vloed op dezen zijn sporen aanwezig." Verg. ook p. 45.

2) Men zie 1. c. p. 54, wat daar wordt gezegd omtrent «stamverschil" van de «bouwlieden die
den vasten grond tot woning kiezen en die bewoners, welke hun hutten op palen bouwen", en
vergelijke den zin p. 64, waar wij omtrent de gemeente Assen lezen: »De oudste bevolking
zoowel als de latere germaansche en de bewoners der heemsteden hebben hier bewijzen van
hun bestaan achtergelaten."

3) Deze Markenbewoners hebben iets geheimzinnigs over zich. Zij verbranden hun dooden en
zetten de resten bij in grafheuvels in urnen »van zeer groote afmeting min of meer ruw be-
werkt", die niets jibijzonder merkwaardigs" aanbieden, en zijn te beschouwen als overblijfselen
van «andere stammen dan Keltische." L. c. p. 16/17, Plaat XVIII en X.IX. 1 tot en met 4 (verg. bij
4 ook de fragmenten van een urn, afgebeeld Afd. Friesland Plaat XXX 7 i>die laat Frankisch" heet
p. 93). Zij «schijnen deze stammen (nl. de Celto-Belgen en Saxen) verdrongen te hebben" in
de gemeente Beilen (p. 82), maar van de Germaansche bewoners, die der Marken in het begin
onzer jaartelling, is eene woonstede en zijn grafheuvels overgebleven" in de gemeente Vries
(p. 61). Elders bijv. in Gelderland, waar toch ook tal van marken gevonden worden, is geen
sprake van dezen min of meer geheimzinnigen volksstam. Zie Afd. Gelderland p. 90. Over tamelijke
groote urnen te Vlachtwedde gevonden, vinden wij Afd. Friesland p. 119/120 niet anders meege-
deeld, dan dat zij met het oog op het Romeinsche reukfleschje, dat daarbij zoude zijn gevon-
den, otot de eerste eeuwen onzer jaartelling" zijn te brengen. De af beeldingen zijn vrijwel
gelijk aan die van Afd. Drenthe Plaat XVIII.

4) Dit is bij dr. Pleyte voor deze rubriek een gewichtige omstandigheid, hoewel de urnen geen
bijzondere kenmerken opleveren. Zie Afd. Drenthe Plaat II 1, 2 en 5, p. 45/46; bij de laatste werd
ook een bronzen voorwerp gevonden, Plaat LXVI 3. Afd. Overijsel Plaat VII 2, 3, 4 en 5, p. 18;
Aid. Gelderland Plaat II 5 en 6 ; ook p. 7 ; bij de laatste werd een vuursteenen mes gevonden. Plaat
XIII 9 en p. 53.

5) Vreemd blijft dan een zinsnede als: ö.....werden verschillende voorwerpen opgedolven

Germaansche, Romeinsche, Frankische,'' Afd. Gelderland p. 7.
 
Annotationen