Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 3.1901-1902

DOI Heft:
Nr. 6
DOI Artikel:
Mauritshuis - Kon. Penningkabinet te 's-Gravenhage - Het Stedelijk Museum te Haarlem - Oude kunst te Utrecht
DOI Seite / Zitierlink:
https://doi.org/10.11588/diglit.17409#0271

DWork-Logo
Überblick
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
265

In het algemeen verraadt dit stuk, meer nog misschien dan
andere van Lastman's werken, de groote habiliteit van dezen meester
en de gemakkelijkheid, waarmee hij werkte. Vooral in de behandeling
der gezichten en handen kan men dat zien. Er is geen gepeuter en
gezoek in, geen enkel „repentir", en geheele gedeelten, zooals b. v.
de bouwvallen links, zijn in eens in de natte verf geschilderd.

Maar, hoe knap ook geschilderd, hoe zorgvuldig ook gecom-
poneerd, toch is het geheel te hard, veel te weinig „uit de verf" en
al te koud en gekunsteld, om ons veel esthetisch genot te verschaffen.
Vooral komt hier heel sterk aan den dag Lastman's grootste fout: het
niet anders dan door de teekening kunnen uitdrukken van de materie.

Uit een historisch oogpunt behoeft de belangrijkheid van dit
stuk, Lastman's meesterwerk zoover wij kunnen nagaan, geen nadere
toelichting. Het bewijst weer, hoe weinig Rembrandt eigenlijk van
Lastman heeft overgenomen en verhoogt daarom nog onze bewon-
dering voor dezen genialen artiest en doet ons de beteekenis zelfs
van zijn sjugendwerke" te meer gevoelen.

Of wij omtrent Vondel's persoonlijken kunstsmaak iets kunnen
leeren uit zijn gedicht, waarin hij Lastman's werk zoo bewondert,
dunkt mij twijfelachtig. Maar zonder twijfel typeerend voor den toen-
maligen smaak is Vondel's gedicht en het feit, dat Six het stuk bezat.

Den Haag, 24 Aug. 1902. VV. Maron.

Kon. Penningkabinet te 's-Gravenhage.

Het Penningkabinet in den Haag heeft eeii tweetal hoogst be-
langrijke stukken verworven.

Het eerste stuk is een munt van Geertruid van Vianen en ge-
dateerd 1577.

In het «Tijdschrift voor munt en penningkunde" (jaargang 1889.
p. 801.) besprak de heer Meyer een munt van dezelfde vorstin en
 
Annotationen