Universitätsbibliothek HeidelbergUniversitätsbibliothek Heidelberg
Metadaten

Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond [Hrsg.]
Bulletin van den Nederlandschen Oudheidkundigen Bond — 3.1901-1902

DOI Heft:
Nr. 6
DOI Artikel:
Mulder, Adolph: Het te voorschijn gebrachte grafgesteente in de Lieve Vrouwe-of Groote kerk te Breda
DOI Seite / Zitierlink:
https://doi.org/10.11588/diglit.17409#0282

DWork-Logo
Überblick
Faksimile
0.5
1 cm
facsimile
Vollansicht
OCR-Volltext
276

door het laagste gedeelte van het monument (de sarcophaag) kon
bedekken, terwijl eene zitplaats het hooger gedeelte (de z. g. tombe)
kon verborgen houden.

Hoewel men den omvang en de kunstwaarde van dit monument
niet kende, was zijn aanwezigheid daar ter plaatse onder den vloer
toch aan velen bekend, daar men bij het losgeraken eener plank,
reeds vroeger in de steenen figuur een liggend manspersoon had
herkend.

Daarom hebben wij aan het hoofd van dit opstel met opzet
niet gesproken van een „ontdekt", maar van een ,,te voorschijn

gebracht" grafgesteente. Heeren kerkvoogden hebben thans door het
verwijderen van eenige zitplaatsen en van een gedeelte van den vloer
eene ruimte van 1,40 M. vrij gemaakt, zoodat nu het monument in
zijn geheelen omvang is blootgelegd en voor een ieder te aan-
schouwen is. Verschillende stukken puin zijn van onder de banken
te voorschijn gebracht en zoo goed mogelijk ter plaatse, waar het
behoort, met cement aangehecht, zoodat het nu aanwezige voor
verder verval behoed is.

Het grafmonument is geplaatst in eene speciaal daarvoor
gemaakte geprofileerde nis van 2,05 M. breedte bij eene diepte van
1,25 M., welke segmentvormig is afgedekt; aan de zijkanten is de
hoogte 2,72 M., in het midden 2,98 M.

Deze nis bevindt zich onder het in den buitenmuur aangebrachte
lichtvenster, doch is niet in het midden, maar eenigszins westwaarts
 
Annotationen