DOI Heft:
Nr. 6
DOI Artikel:Kalf, Jan: Aanteekeningen
DOI Seite / Zitierlink:https://doi.org/10.11588/diglit.17409#0310
304
van zeer overeenkomstige lettervormen. En ook de visschen vindt men
in gelijken stijl op een door Prisse d'Avennes veertiend'eeuwsch
genoemd bekken ') terug.
De zittende figuur met kroon en aureool zou de beeltenis van
den koning kunnen bedoelen, 2) maar is waarschijnlijk de voorstelling
van een planeet, die men zoo dikwijls op dergelijke wijze op Arabi-
sche voorwerpen aantreft. 3) Hier zou zij misschien met den horos-
koop van den eigenaar van het bekken kunnen samenhangen, maar
astrologisch advies om dit te beslissen heb ik niet weten in te winnen.
Dit waschbekken — in zijn kloeke galbe een meesterstuk van
koperslagerswerk en om den stijl zijner gravuren een uitmuntend
staal van Arabische sierkunst — in de rij zijner genooten op zijn
plaats te zetten scheen mij niet onbelangrijk.
II.
Bij gelegenheid der tentoonstelling van » ambachtskunst", het
vorig jaar te Amsterdam gehouden, had ik uit het museum van het
Friesch Genootschap te Leeuwarden o. a. te leen gevraagd en ge-
kregen een voorwerp, dat in den catalogus is beschreven (N°. 1019)
als s>een koperen spaarpot met drie afcleelingen voor het bewaren
van goudgeld". De eenvoudig-goede
vorm van dezen «spaarpot", dien ik
aanvankelijk eer geneigd was voor een
inktkoker te houden, bracht hem —
naar mij docht — geheel thuis in de
categorie van mooie en sobere gebruiks-
dingen, die wij toen zochten.
Het in messing gegoten voorwerp
bestaat uit drie cylinder vormige busjes,
als een klaverblad aaneengevoegd
rustend op drie eenigszins voetvormige
pootjes en gesloten met een in twee
scharnieren draaiend, sluitbaar deksel,
dat voorzien is van een zwaren, in een
oog bevestigden, ring. Het geheel is
hoog 0.054 M., terwijl de binnenmiddellijn van elk der busjes 0.031 M.
en hun diepte 0.038 M. bedraagt.
') O. c. — planche 167.
*) Als op het bekken, afgebeeld in het artikel van Migeon p. 462 en be-
sproken p. 121.
3) Vgl. Reinatid — Monuments arabes etc. du Cabine! de M. Ie Ditc de Blacas —
II, p. 382, 413. Ook in een Leidsch H S. wees Dr. van Vloten mij dergelijke
nmaurcoolde planeetfiguren aan.
van zeer overeenkomstige lettervormen. En ook de visschen vindt men
in gelijken stijl op een door Prisse d'Avennes veertiend'eeuwsch
genoemd bekken ') terug.
De zittende figuur met kroon en aureool zou de beeltenis van
den koning kunnen bedoelen, 2) maar is waarschijnlijk de voorstelling
van een planeet, die men zoo dikwijls op dergelijke wijze op Arabi-
sche voorwerpen aantreft. 3) Hier zou zij misschien met den horos-
koop van den eigenaar van het bekken kunnen samenhangen, maar
astrologisch advies om dit te beslissen heb ik niet weten in te winnen.
Dit waschbekken — in zijn kloeke galbe een meesterstuk van
koperslagerswerk en om den stijl zijner gravuren een uitmuntend
staal van Arabische sierkunst — in de rij zijner genooten op zijn
plaats te zetten scheen mij niet onbelangrijk.
II.
Bij gelegenheid der tentoonstelling van » ambachtskunst", het
vorig jaar te Amsterdam gehouden, had ik uit het museum van het
Friesch Genootschap te Leeuwarden o. a. te leen gevraagd en ge-
kregen een voorwerp, dat in den catalogus is beschreven (N°. 1019)
als s>een koperen spaarpot met drie afcleelingen voor het bewaren
van goudgeld". De eenvoudig-goede
vorm van dezen «spaarpot", dien ik
aanvankelijk eer geneigd was voor een
inktkoker te houden, bracht hem —
naar mij docht — geheel thuis in de
categorie van mooie en sobere gebruiks-
dingen, die wij toen zochten.
Het in messing gegoten voorwerp
bestaat uit drie cylinder vormige busjes,
als een klaverblad aaneengevoegd
rustend op drie eenigszins voetvormige
pootjes en gesloten met een in twee
scharnieren draaiend, sluitbaar deksel,
dat voorzien is van een zwaren, in een
oog bevestigden, ring. Het geheel is
hoog 0.054 M., terwijl de binnenmiddellijn van elk der busjes 0.031 M.
en hun diepte 0.038 M. bedraagt.
') O. c. — planche 167.
*) Als op het bekken, afgebeeld in het artikel van Migeon p. 462 en be-
sproken p. 121.
3) Vgl. Reinatid — Monuments arabes etc. du Cabine! de M. Ie Ditc de Blacas —
II, p. 382, 413. Ook in een Leidsch H S. wees Dr. van Vloten mij dergelijke
nmaurcoolde planeetfiguren aan.