2/5
opdat de lezer ons met meer gemak kunne volgen en zich te beter de
plaats kunne voorstellen, waar het bewuste grafmonument zich bevindt.
De kerk is 77 M. lang; transept en koor zijn 39 M. breed,
terwijl de breedte van het schip 29 M. bedraagt.
Het westelijk gedeelte tot aan het transept bestaat uit een
middelschip met zijbeuken en daaraan grenzende kapellen; de toren,
die de breedte van het middelschip bezit, is in de kerk ingebouwd,
waardoor het mogelijk werd, om ten noorden en ten zuiden der
zijbeuken zeven aangrenzende kapellen aan te brengen, terwijl het
schip der kerk slechts vijf travées lang is.
In tegenstelling met de overige, die rechthoekig zijn, zijn de
beide aan de westzijde gelegen kapellen vijfhoekig: één dezer recht-
hoekige kapellen, nl. de zesde van het westen af geteld en aan de
noordzijde gelegen, is later vergroot. Overigens zijn alle aan elkan-
der gelijk.
De meeste monumenten en bezienswaardigheden vindt men in
het ten oosten van het transept gelegen koor, in het westelijk daar-
van gelegen gedeelte evenwel bevindt zich in de zuidwestelijke der
twee vijfhoekige kapellen, die eertijds waarschijnlijk aan St.-Anna
was toegewijd, eene zeer schoone, alhoewel erg geschonden, koperen
doopvont, die door Jos. de Backer van Antwerpen te Mechelen in
1540 werd gegoten.
Bovendien bevindt zich in de middelste der noordelijke kapellen,
die aan den H. Franciscus toegewijd was, het grafmonument van
Dirk van Assendelft, Heer van Kralingen, Besoijen en Heijnenoord,
welke in 1553 gestorven is.
Het is in deze kapel, dat thans een monument is blootgelegd,
dat, hoewel helaas erg beschadigd, voor vele andere in de kerk aan-
wezige kunststukken niet behoeft onder te doen en de reeds zoo
groote belangstelling in dit kerkgebouw nog zal doen toenemen.
Laten wij na deze uitweiding thans overgaan tot eene meer
uitvoerige behandeling van dit grafgesteente, waarvan in de Bredasche
dagbladen van 9 Augustus j. 1. eene beschrijving is verschenen van
de hand des heeren v. K.; wij zullen trachten dit zoo duidelijk
mogelijk te doen en eenige minder heldere punten zooveel mogelijk
toe te lichten.
Uit de berichten der bladen zal het velen ietwat vreemd
voorgekomen zijn, dat een monument, als waarvan sprake is, van onder
een houten vloer te voorschijn wordt gebracht. Dit wordt echter duidelijk,
wanneer men bedenkt, dat in vele Hervormde kerken de vloeren en
zitplaatsen amphitheatersgewijze zijn aangebracht, opdat een ieder in de
gelegenheid worde gesteld gemakkelijker den predikant op den kansel te
volgen. Dit nu is ook het geval in de Lieve Vrouwe kerk te Breda,
zoodat de houten vloer 0,70 M. boven den kapelvloer ligt en daar-
opdat de lezer ons met meer gemak kunne volgen en zich te beter de
plaats kunne voorstellen, waar het bewuste grafmonument zich bevindt.
De kerk is 77 M. lang; transept en koor zijn 39 M. breed,
terwijl de breedte van het schip 29 M. bedraagt.
Het westelijk gedeelte tot aan het transept bestaat uit een
middelschip met zijbeuken en daaraan grenzende kapellen; de toren,
die de breedte van het middelschip bezit, is in de kerk ingebouwd,
waardoor het mogelijk werd, om ten noorden en ten zuiden der
zijbeuken zeven aangrenzende kapellen aan te brengen, terwijl het
schip der kerk slechts vijf travées lang is.
In tegenstelling met de overige, die rechthoekig zijn, zijn de
beide aan de westzijde gelegen kapellen vijfhoekig: één dezer recht-
hoekige kapellen, nl. de zesde van het westen af geteld en aan de
noordzijde gelegen, is later vergroot. Overigens zijn alle aan elkan-
der gelijk.
De meeste monumenten en bezienswaardigheden vindt men in
het ten oosten van het transept gelegen koor, in het westelijk daar-
van gelegen gedeelte evenwel bevindt zich in de zuidwestelijke der
twee vijfhoekige kapellen, die eertijds waarschijnlijk aan St.-Anna
was toegewijd, eene zeer schoone, alhoewel erg geschonden, koperen
doopvont, die door Jos. de Backer van Antwerpen te Mechelen in
1540 werd gegoten.
Bovendien bevindt zich in de middelste der noordelijke kapellen,
die aan den H. Franciscus toegewijd was, het grafmonument van
Dirk van Assendelft, Heer van Kralingen, Besoijen en Heijnenoord,
welke in 1553 gestorven is.
Het is in deze kapel, dat thans een monument is blootgelegd,
dat, hoewel helaas erg beschadigd, voor vele andere in de kerk aan-
wezige kunststukken niet behoeft onder te doen en de reeds zoo
groote belangstelling in dit kerkgebouw nog zal doen toenemen.
Laten wij na deze uitweiding thans overgaan tot eene meer
uitvoerige behandeling van dit grafgesteente, waarvan in de Bredasche
dagbladen van 9 Augustus j. 1. eene beschrijving is verschenen van
de hand des heeren v. K.; wij zullen trachten dit zoo duidelijk
mogelijk te doen en eenige minder heldere punten zooveel mogelijk
toe te lichten.
Uit de berichten der bladen zal het velen ietwat vreemd
voorgekomen zijn, dat een monument, als waarvan sprake is, van onder
een houten vloer te voorschijn wordt gebracht. Dit wordt echter duidelijk,
wanneer men bedenkt, dat in vele Hervormde kerken de vloeren en
zitplaatsen amphitheatersgewijze zijn aangebracht, opdat een ieder in de
gelegenheid worde gesteld gemakkelijker den predikant op den kansel te
volgen. Dit nu is ook het geval in de Lieve Vrouwe kerk te Breda,
zoodat de houten vloer 0,70 M. boven den kapelvloer ligt en daar-